donderdag 26 december 2013

INTERMEDIUM FÜNF
 
Polen gaat een volkstelling houden. Conservatief als de regering is, moet elke Pool zich in zijn geboortedorp laten registreren. Dus gaan Agnieszka en Miroslaw uit Arnhem op weg in hun twintig jaar oude VW Golf. Het is vroeg in de nacht als zij voorbij Wroclaw in een verlaten streek panne krijgen. Wegenhulp en onderdak zijn ver te zoeken. Agnieszka is hoogzwanger en voelt de eerste weeën opkomen. Zij lopen naar een afgelegen donker huis. Het blijkt een stal blijkt te zijn. Toegesnoven door een ezel en een os wordt hier hun kind geboren.
Dit zou een moderne variant kunnen zijn van het oude kerstverhaal (de kwestie van de onbevlekte ontvangenis laat ik hier dan maar buiten beschouwing; die suggereert dat er iets mis is met alle vrouwen die bevlekt ontvangen zijn). De schrijver van de oude tekst zal geen ogenblik vermoed hebben, dat zijn verhaal eeuwen later tot het grootste jaarlijkse feest in de christelijke wereld zou leiden.
Heinrich Schütz (1585 – 1672) was een Duitse componist. Lang voordat Bach met het Weihnachtsoratorium een wereldhit schreef, zette Schütz het kerstverhaal op muziek.
Ik kende Schütz eigenlijk nauwelijks en van zijn Weihnachtshistorie had ik al helemaal niet gehoord, toen ik afgelopen zomer deelnam aan een zangweek in Tsjechië en daar met drie andere bassen de uitvoering van het Intermedium 5 uit Schütz’ werk toebedeeld kreeg. In dit deel roepen de hogepriesters en schriftgeleerden op om naar Bethlehem te komen. Daarmee gaan, zoals te doen gebruikelijk, de woorden van de profeet in vervulling.
Het heeft iets merkwaardigs om midden in de zomer een stuk van het kerstverhaal op te voeren. Maar muziekstukken voor vier bassen zijn dungezaaid. Bovendien houdt mooie muziek zich niet aan een jaargetijde. Dus voerden wij met verve en toewijding in de kloosterkerk in het Tsjechische Bechyne Intermedium 5 uit: Zu Bethlehem im jüdischen Lande, denn also steht geschrieben durch den Propheten.
Het zal daarom niet verbazen, dat in alle oproepen voor kerstconcerten dit jaar de uitvoering van de Weihnachtshistorie van Schütz door de nederlandse Bachvereniging mij in het bijzonder opviel. Het programma Muziekwijzer op Radio 4 verlootte enkele kaartjes voor het concert in Naarden onder degenen, die het juiste antwoord wisten op de vraag hoeveel klokken er in de grote kerk in Naarden hangen. Omdat iedereen natuurlijk weet, dat er vijf klokken hangen, was ik aangenaam verrast toen ik het bericht ontving dat ik tot de uitverkorenen behoorde.
En zo geschiedde het dat G en ik de afgelopen week in onze oude VW Golf naar de vestingstad Naarden trokken, waar er voor ons twee plekjes gereserveerd waren onder de preekstoel, in een soortement houten omheining als voor bijeengedreven schapen. Met het hoofd in de nek bewonderden we de 15e eeuwse schilderingen op het tongewelf (http://www.grotekerknaarden.nl/new/grotekerkNaarden.html) en met verbazing keken we naar het gooise publiek. Oudere heren, keurig in het pak, het sjieke sjaaltje losjes om de nek, wandelden met de borst vooruit om zich heen kijkend de kerk binnen, tezamen met hun blinkende eega’s, die zojuist onder de kappersföhn vandaan waren gekropen.
De complete Weihnachtshistorie bleek overigens geen stuk om over naar huis te schrijven. Minstens de helft van de tijd was de Evangelist aan het woord. Dat lijkt op het rondspelen van de voetbal achterin voordat een mooie aanval wordt opgezet. Anders dan in mijn eigen ervaring, kwam het Intermedium 5 voor de bassen hier naar voren als een donkere, onderaardse harmonie waarin de vier stemmen moeizaam te onderscheiden waren.
Voor het overige klonken de oude instrumenten en de jonge stemmen van de nederlandse Bachvereniging prachtig. En toen wij onder een heldere maan weer naar de auto liepen waren wij geheel voorbereid op het grote jaarlijkse feest.
 

zaterdag 21 december 2013

HET BESTE BLOG
 
Het einde van het jaar nadert. Dus het grote omkijken en verkiezen is begonnen. Wie was de politicus van het jaar, de sportman, de oliebol, de cd? Wat was het beste interview met Badr Hari? Welke tongzoen baarde het meest opzien?
Het wachten is nog op de verkiezing van de beste gevangenis, van de oudste pater die snachts brood bezorgt bij de armen en de meest uit de hand gelopen geldinzamelingsactie. Wie was in 2013 de beste euthanasiearts en naar wie gaat de posthume prijs voor de persoon die het langst onopgemerkt dood in huis gelegen heeft?
En dat terwijl we door het jaar heen al zoveel lijstjes te verstouwen krijgen. De beste ziekenhuizen,  scholen, rechters. Ik hou overigens voor de zekerheid wel alles bij. Dan ben ik voorbereid mocht ik nog eens een heup breken of voorgeleid worden wegens openbare dronkenschap.
Films en boeken kunnen niet meer besproken worden zonder beoordeling met 1 tot en met 5 sterren.
We zaten dit jaar buiten voor een bioscoop te wachten tot we de zaal in konden gaan. Er kwam een jong stel aangefietst. Het meisje achterop keek omhoog naar de titel van de film. Ze had haar smartphone in de hand. Na een paar swipes wist zij het: ‘deze heeft een 8,2, laten we deze maar doen’.
Als je twijfelt bij het kopen van een product klik je op internet één van de productvergelijkers aan. Zo zijn er vanzelfsprekend verschillende sites die zorgverzekeringen vergelijken. De winst van 2013 is dat we nu ook een site kunnen raadplegen die alle zorgvergelijkers weer vergelijkt, een mooi voorbeeld van keuzevrijheid tot de tweede macht. Om dezelfde reden ben ik er voorstander van, dat er een verkiezing van de Verkiezing van het Jaar gehouden gaat worden.
Het zal wel komen door onze behoefte aan houvast. Tradities zijn weggevallen, autoriteiten tellen niet meer. De epiloog van Leopold Verhagen en de wekelijkse causerie van mr. G.B.J. zijn allang verdwenen. We moeten zelf uitmaken wat goed en slecht is.
Daar zit je dan achter je computer om een onbekend hotel uit te kiezen in een onbekende stad. Of als je op zoek bent naar een bank die nog wat rente geeft op je spaargeld. Die Turkse bank dan maar? Of financiert die de wapenhandel in Syrië?
Wat doe je dan? Je gaat af op wat anderen in je omgeving ervan vinden. Tenminste, tot op zekere hoogte, want je wilt toch altijd je eigen afweging maken en op sommige punten je juist onderscheiden van je omgeving.
Lijstjes en verkiezingen mogen er zijn. Maar voorlopig heb ik er even genoeg van. Ik maak alleen nog een uitzondering voor het onvolprezen AD. Zij kozen afgelopen maandag keeper Arjan van Dijk van RKC tot beste eredivisiekeeper van het vorige weekend.
 
Postscriptum.
De naam Arnold komt dit jaar wederom niet voor in de top 10 van jongensnamen. Gezien onderstaande illustratie uit de scheurkalender van Peter van Straten is de prognose voor 2014 onverminderd slecht.
 
"Hallo! Ik heet Arnold. Stomme naam, hè?"
 
 
 

zondag 15 december 2013


SUIKERGOED EN VALSE PIJN

  

Wij ontvingen een mail van de Waardekaart. Onder de titel Wordt dit ook voor jou de laatste witte kerst?  wil de afzender ons verleiden om mee te doen aan een suikerarm 2014:
‘Geraffineerde suiker wordt echt overal aan toegevoegd. Zoveel suiker heb je helemaal niet nodig. De bewijzen dat suiker echt slecht is voor het lichaam stapelen zich op. Suiker verstoort een evenwichtige opname van vitaminen en mineralen in je darmen en draagt bij aan: hyperactiviteit, astma, artritis, darmklachten, concentratieproblemen, vermoeidheid, verminderde weerstand, stemmingswisselingen, stress, diabetes, vitamine- en mineralentekort, zenuwziekten, migraine, stofwisselingsziekten, nierziekten……om er maar een paar te noemen’.
Let vooral op de laatste woorden achter de puntjes.
Het pleidooi mondt uit in een uitnodiging om je aan te melden voor de cursus ‘Natuurlijk Suikervrij!’ van het online platform Miss Natural. Deze cursus ‘neemt je 40 dagen aan de hand en leert je  alles over een suikervrij leven’.
Miss Natural wil niet alleen, dat je beter gaat zorgen voor je eigen lichaam. Er is ook nog een overstijgend ideaal. Door minder suiker te eten draag je namelijk bij ‘aan een grotere beschikbaarheid van landbouwgrond voor gezonde voeding’. Dat lijkt mij een mooi doel. Wie kan daar tegen zijn? Fidel Castro misschien, want die moet dan iets anders prakkizeren.
De Waardekaart is een voordeelpas, waarmee je korting krijgt op producten, ‘die waarde hechten aan mens, dier en milieu en daarom zorgen voor een betere wereld’. Met andere woorden, het gaat om marketing van duurzame producten. Wat mij betreft mogen die producten veel meer onder de aandacht gebracht worden. Maar, zo vraag ik me af, hebben zij bij Miss Natural en de Waardekaart wel eens gehoord van hoe je consumenten kan verleiden om producten te kopen?
Ooit wel eens een autofabrikant meegemaakt die zijn auto aanprijst door te waarschuwen, dat er binnenkort een wiel van je auto loopt? Of dat je midden op de snelweg door de bodem zakt? Of een wasmiddelenfabrikant die allergieën met nare uitslag en etterende builen voorspelt als je je huidige wasmiddel blijft gebruiken?
Juffrouw Natuurlijk wil dat we ons aanmelden voor de cursus om ons gedrag te veranderen. Zij probeert dit te bereiken door de gevaren van bestaand gedrag uit te vergroten. Deze campagne is op angsthazen gericht.
Uit de veranderkunde is bekend, dat mensen open staan voor een verandering als deze aansluit bij een belangrijke waarde (‘ik vind gezond eten heel belangrijk’) en bij een behoefte (‘ik zou wel wat minder suiker willen gebruiken’). Op die manier kan je mensen interesseren voor een cursus. Als de interesse is gewekt, komt er daarna nog wel wat bij kijken om mensen uiteindelijk tot koop te bewegen. Waarschuwingen en dreigementen (zie de voorlichting over alcoholmisbruik, roken, vuurwerk, etc.) hebben op zijn best alleen kennis overgebracht, maar niet tot gedragsverandering geleid.
Ik hou zelf van koekjes bij de koffie, snoepjes bij de thee, engelse dropjes tussendoor, gezoete drinkyoghurt en rijstepap met suiker. Dus een mensenkenner zal in mijn argumenten onmiddellijk de weerstand herkennen tegen verandering op dit vlak. Daar wil ik nog wel in meegaan. Maar als dat voor mij geldt, geldt dat voor veel meer mensen.
Los hiervan heb ik nog enkele vragen.
Stel nu, dat ik me aanmeld voor de cursus en keurig mijn gedrag verander. Is het daarmee afgelopen? Of ontvang ik daarna een uitnodiging voor een cursus Minder Zout, een zelfhulpboek Een Beter Leven met Onverzadigde Vetzuren, Lol zonder Alcohol, enz.? Kortom, wanneer houdt het op?
In het nieuws word je overstelpt door berichten over welke voeding schadelijk is voor de gezondheid. Wat moet je geloven, wie kun je geloven?
Ik hou me vooralsnog maar bij de Schijf van Vijf, met veel groenten en steeds minder vlees. En een beetje suiker om van te genieten. Want wie niet geniet, krijgt eerder concentratieproblemen, vermoeidheid, stemmingswisselingen en in ieder geval de meest uiteenlopende zenuwziekten.

vrijdag 6 december 2013

IT’S NOW OR NEVER
Sommige dingen moet je eenmaal in je leven doen, ook al voel je er aanvankelijk niet zoveel voor. Campari drinken bijvoorbeeld. Dat kon ik op mijn 21e afvinken. Mijn snor laten staan deed ik een paar jaar later, in jeugdige onbevangenheid. Maar het zou nog tot mijn veertigste duren voor ik mij aan karaoke waagde. Met onverwachte gevolgen.
We kampeerden met onze nog jonge kinderen op een kasteelcamping in Bretagne. De kinderen wilden graag naar een karaoke-avond. ‘Ik ga wel met jullie mee’, zei ik, ‘maar ik ga niet zingen’ voegde ik er resoluut aan toe.
Het evenement vond plaats in een grote, rechthoekige zaal van het landhuis, dat bij de camping hoorde. Aan alle vier de zijden stonden tafels en stoelen opgesteld. In de lege ruimte in het midden waren een televisiescherm, een recorder en een microfoon geplaatst. De avond werd ons aangeboden door pastisbrouwer Ricard. Een goed gebruinde jongeman met de naam van de firma op zijn shirt verwelkomde ons met een brede glimlach. Hij deelde een lijst uit met liedjes die gezongen konden worden. Deze zag er uit als de menukaart van een jukebox met nummers als A 151 en B 212. De zaal was goed gevuld met campinggasten, vooral jongeren en moeders met kinderen. Blijkbaar was dit geen festijn voor vaders.
De animo om te zingen bleek aanvankelijk niet zo groot, zodat de Ricard-man zelf de eerste nummers voor zijn rekening nam. Het ijs werd gebroken door een jonge vrouw, die na Tous les garçons et les filles de mon age van Françoise Hardy luid werd toegejuicht. Daarna volgden meer gasten. Ze zongen staccato en soms te snel de regels die op het scherm verschenen. Na afloop kreeg iedere zanger een miniflesje Ricard, een aansteker of een pet van Ricard mee.
‘Als jij iets zou zingen, welk lied zou jij dan uitkiezen?’, vroeg zoon E. Ik liet mijn blik langs de nummers glijden. ‘All my loving’, denk ik. Het begon te kriebelen bij mij. Dat zingen moest toch niet zo moeilijk zijn.
‘Je gaat toch niet echt meedoen?’, vroeg A, de andere zoon. Het was mij niet duidelijk of dit hem met zorg of bewondering vervulde.
Toen het een paar ogenblikken duurde voordat de volgende zanger zich aandiende, stond ik op en stapte met bonzend hart de lege ruimte in. De microfoon die de Ricard-man mij gaf voelde zwaar aan. Hij startte het apparaat. All my loving begint zonder intro, dus voor Close your eyes and I’ll kiss you  was ik te laat. Daarna kwam ik er snel in.
‘Olluh mai lovingk, c’est formidable’, kraaide de presentator na afloop in de microfoon, terwijl hij me een aansteker en een flesje meegaf.
In de pauze kwam er een kleine vrouw op mij af. Verlegen vroeg ze of ik samen met haar iets wilde zingen. ‘Bien sur’, antwoordde ik, ‘quel numéro’. Ze wees op Da doo ron ron. ‘Okay, à bientôt’.
‘Je gaat toch niet met haar zingen’, vroeg A ontsteld. ‘Die vrouw kan helemaal niet zingen, dat zie je zo’.
Even later stond ik met de française in het midden. Ze tuurde geconcentreerd naar het scherm, bang om een fout te maken. Ik vond het al zo vanzelfsprekend gaan, dat ik rustig om mij heen keek.
Niet lang daarna stond er opnieuw een vrouw voor me.
‘Voulez-vous chanter avec moi?’, was haar vraag. Het ontbrak er nog aan dat ze ce soir aan haar vraag toevoegde. Ze zag er prachtig uit. Ze had wat weg van zangeres Vicky Leandros (Ich hab’die Liebe gesehen beim ersten Blick in deinen Augen). Ooit hadden mijn huisgenoten op de studentenflat tegen mij gezegd, dat ik met die woorden naar Vicky Leandros keek.
Ik liet genereus de keuze van het lied aan de franse vrouw over. Het werd It’s now or never.
‘Eh voilà, un autre couple, un autre duo’, kondigde circusdirecteur Ricard aan.
It’s now or never, come hold me tight. Kiss me my darling, be mine tonight. We klonken prachtig samen door de zaal. Ik keek de française niet veel aan. Ik wilde voorkomen, dat ze de woorden letterlijk zou opvatten. Of kwam die gedachte alleen in mijn hoofd op? Ik twijfelde of ik na afloop haar zou zoenen. Ze glimlachte toen we elkaar een hand gaven.
Ik keerde met flesjes en aanstekers terug bij ons tafeltje. Daarna moest ik een volgende vrouw teleurstellen. De Ricard-man vond het welletjes. In de drukte bij het verlaten van de zaal zocht ik Vicky Leandros. Ik zag haar nergens meer. 
Teruglopend naar de tent waren mijn zoontjes het niet eens over de verdeling van de flesjes en de aanstekers. Eén flesje was bovendien al aangebroken – rara, wie had dat gedaan?
Ik stond weer met beide benen op de grond.
 
 
 
 
 

zondag 1 december 2013

 
 
OUDEREN RIJDEN STEEDS VAKER DOOR ROOD
 
Forse toename ongevallen
 
Hilversum – Oudere voetgangers en fietsers negeren steeds vaker  rode verkeerslichten. Het aantal ongelukken vanwege het niet stoppen voor een rood licht is de afgelopen drie jaar gestegen met 90%. Dit blijkt uit cijfers van Veilig Verkeer Nederland.
 
 
 
Dit is een verzonnen krantenbericht, maar als mijn indrukken niet bedriegen, kunnen we een dergelijk bericht de komende jaren verwachten.
Door rood licht gaan komt al jaren op grote schaal onder fietsers en voetgangers voor. Waarom wachten als er geen verkeer komt? Bovendien hebben we een hekel aan regels die anderen ons opleggen. We kunnen zelf wel bepalen of we veilig voor onszelf en voor anderen kunnen oversteken.
De gezagsgetrouwe ouderen, voor de oorlog geboren, waren tot nu toe een uitzondering. Zij bleven keurig wachten op het groene licht.  Nu ook de naoorlogse generatie, gewend aan autonomie en eigen keuzes, oud wordt, zullen ook ouderen steeds vaker rode stoplichten negeren, met alle risico’s van dien. Want ouderen horen niet alleen slechter, zij zien slechter en hun reactievermogen is een stuk minder dan van de jonge student, die – ‘foutje, sorry!’ – op zijn omafiets behendig met een boogje een andere fietser ontwijkt. En dan heb ik het nog maar even niet over de electrisch voortgedreven fietser die in hoge snelheid even niet oplet of over de scootmobielrijders, die overal doorheendenderen omdat anderen maar rekening met hun handicap moeten houden.
Een paar jaar geleden al zag ik kardinaal Simonis in Utrecht op de hoek van de Maliebaan en de Nachtegaalstraat over een zebrapad fietsen en daarbij een rood voetgangerslicht negeren. Meer dan alle bovenvermelde voorbeelden heeft dat mijn ogen geopend. Hier is een niet meer te stuiten trend ingezet met gevaarlijke kanten.
Ooit werd ik na het rijden door een rood licht aangehouden door een agent van de motorbrigade. Het was een frisse maandagmorgen. De agent gespte het riempje van zijn helm los, als om zich een wat vriendelijker uiterlijk te geven, maar hij hield de helm op. Hij wreef zijn gehandschoende handen. Het was zo’n ochtend waarop de adem zichtbaar de mond verlaat. Ik kon niet ontkennen dat ik tegen de verkeersregels gezondigd had. De motoragent was echter in een milde stemming. Hij vertelde dat men besloten had om niet meteen tot bekeuring over te gaan, maar om eerst een motiverend praatje te houden. Ik ontspande direct en wachtte vol goede moed zijn motiverend praatje af. Dat bleek wat anders van inhoud dan de motiverende gespreksvoering die ik vanuit de hulpverlening ken. Eigenlijk was het gewoon een ouderwetse preek. De kern van zijn betoog was, dat ik als volwassene een verantwoordelijkheid draag naar ‘de jeugd’. En dat de jeugd mijn slechte voorbeeld zou volgen. Ik bracht ertegenin, dat ik het lang had volgehouden om te wachten voor rood, maar dat er meermalen jongere fietsers achter tegen mijn spatbord gebotst waren omdat ze niet verwachten dat er ook maar iemand blijft staan voor het verkeerslicht. Dit sloeg even een bresje in zijn praatje. Hij bleef echter zijn best doen. Het kwam mij voor dat het besluit tot het houden van het motiverende praatje nog vrij vers was.
Hoe kunnen we bevorderen, dat weggebruikers het rode stoplicht respecteren?
De beste maatregel lijkt mij dat het aantal verkeerslichten met tenminste 50% verminderd wordt. Dat zal  de eigen verantwoordelijkheid en oplettendheid van eenieder aanzienlijk verhogen. Op kruispunten met veel verkeer kunnen verkeersregelaars uitkomst bieden, zoals recente ervaringen in het Utrechtse stationsgebied laten zien.
Voor ouderen kan overwogen worden om het SH plaatje voor SlechtHorenden weer verplicht te stellen (deze plaatjes zijn voor € 7,62 te koop bij de Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden).
 
Laten we dan gelijk maar plaatjes invoeren met SZ (slechtzien) en ET (eigengereide types).
Veilig Verkeer Nederland overweegt een harde voorlichtingscampagne (‘door rood rijden kan dodelijk zijn’ met afschrikwekkende foto’s). Zolang die campagne er nog niet is, wil ik mijn verantwoordelijkheid als blogschrijver nemen. Vandaar dit motiverende praatje.