NO FUTURE
Vorige week was het tv-programma Andere
Tijden gewijd aan de tachtiger jaren.
De tachtiger jaren, dacht ik, wat was dat ook al weer voor tijdperk?
Op een snikhete middag in juni 1984 zit ik met een groot
aantal mensen en een vracht aan rugzakken en tenten opgepropt in een busje. Een warme wind waait door de
openstaande raampjes, zweetdruppels staan op de gezichten. We zijn van het
station Bergen op Zoom op weg naar de vliegbasis Woensdrecht. Gedurende twee
dagen en nachten zal de basis door actievoerders worden omsingeld als uiting
van protest tegen de plaatsing van kruisraketten. Na aankomst wordt iedere
demonstrant ingedeeld in een van de ploegen, die in wisseldiensten een
quasi-belegering zullen uitvoeren.
Mijn ploeg heeft een plek ergens onder de naaldbomen, niet
ver van het actiekamp. Er zitten onder meer twee opgewekte meisjes uit Utrecht bij, een
geheel in het zwart gekleed duo krakers uit Nijmegen en een stille jongen, die
als vrijwilliger in een werklozencentrum in Wageningen werkt.
Daar zitten we dan aan het einde van de middag, op het
bosgras en de boomstronken, als vreemden tot elkaar veroordeeld. We zitten
naast het metershoge hek van de vliegbasis. Aan de bovenzijde is het hek afgewerkt
met prikkeldraad. Aan de andere zijde, op de grond, liggen rollen prikkeldraad.
Het eerste uur verloopt uiterst traag. De stemming lijkt
bedrukt. Er komt langzaam een gesprek op gang over het nut van de actie. Verschillende groepsleden vinden zo’n
zit-actie onvoldoende. ‘Zoals meestal met dit soort acties’. Er moet veel meer gebeuren,
vinden zij. De meisjes uit Utrecht halen na een tijdje een bundel met
actieliederen uit hun rugzak. Aan de andere kant van het hek loopt een
marechaussee met een grommende hond langs.
Tussen de diensten door eten we in het basiskamp. Er is ook
een muziekpodium. Actievoeren zonder muziek is ondenkbaar. Terwijl een keukenvrijwilliger
mijn bord vol schept met een linzengerecht, zie ik een groep actievoerders met
ontbloot bovenlijf heen en weer springen op een beukend lied van een punkband. No future zijn de woorden die ik opvang.
Elders is een vergadering van vertegenwoordigers van autonome groepen. Er wordt
bekend gemaakt dat er inlichtingen verzameld moeten worden over de bewegingen
van de mobiele eenheid. Het verbaast mij dat vredesactivisten in militaire
termen gaan denken.
Als het donker is geworden, heeft onze ploeg zijn plaats aan
het hek weer ingenomen. Een campinglichtje verspreidt koud licht. Geregeld
vliegen helicopters laag over. Ze maken een oorverdovend lawaai en beschijnen
de omgeving met een felle lichtbundel. Het doet angstaanjagend aan. Het is nog
niet het begin van een oorlog, maar ik zie hier bevestigd dat ik mij ooit op S5
heb laten afkeuren.
Als er hier iets gedood moet worden dan is het de tijd.
Er ontstaat in de groep een gesprek over werken. Ik vertel
dat ik in de GGZ werk. Ik voel in de schemer de kritische blikken. Iemand zegt,
dat actievoeren zijn werk is. Een ander zegt dat ie never nooit voor een baas
zal werken. Dat het sowieso een kutmaatschappij is. Het autonome meisje uit Nijmegen
voegt er aan toe, dat ze nooit kinderen op deze klotewereld zal zetten. Ze
kijkt even om naar haar vriendje. Ik durf niet meer te zeggen, dat mijn
vriendin en ik juist besloten hebben dat we kinderen willen.
De meisjes uit Utrecht laten een zak chips rondgaan. De
stille werkloze uit Wageningen heeft al aardig wat sterke drank naar binnen
gewerkt. Hij deelt de drank niet. Hij kijkt nu minder vaak weg. Er lijkt iets
in hem te borrelen, zijn ogen staan wijd open. Ik ben bang dat hij in een doldrieste
eenmansactie over het hek zal klimmen of dat hij zich, bij gebrek aan toekomst,
voor het front van de groep in de rollen prikkeldraad zal werpen.
Na twee dagen eindigt de actie. De woordvoerders van de
autonome groepen laten weten, dat met deze omsingeling een krachtig signaal is
afgegeven. Er was uitgebreid gediscussieerd over plannen om de basis op te
gaan, maar daarover was geen overeenstemming bereikt. Hier en daar klinkt
boegeroep. Als alternatief is besloten om met een ludieke actie te eindigen.
Iedere actievoerder wordt opgeroepen om als daad van afkeuring tegen het hek te
pissen. Even later zie ik vooral vrouwen naast het hek hurken. Hier en daar
watert een man tegen het prikkeldraad.
Dat staat tot hun geluk niet onder stroom.