zaterdag 6 december 2014

MANNEN LET OP UW SAECK


We zitten met zes jonge mannen in een rommelige studentenkamer. Op een lage houten tafel, voor eeuwig gemerkt met kringen van glazen en schroeivlekken van peuken, staat een pot koffie op een brandend theelichtje. Er ligt een exemplaar van De (Vogel-)Vrije Fietser naast een nummer van het Utrechts Mannenblad. Vanuit de keuken horen we een hoogfrequent metalen tikgeluid. P, onze gastheer, houdt ervan om de warme melk voor de koffie zeer fijn op te kloppen.
‘B is natuurlijk weer eens te laat’, zucht V.
‘Gaan we dat nu een keer aan de orde stellen?’, vraagt F., terwijl hij met zijn tong het vloeipapier van een shagje vochtig maakt.
‘Daar ben ik erg voor’, antwoord ik.
M. kijkt de kring rond en zegt dan met nadruk, alsof hij wil scoren: ‘Het is natuurlijk wel erg mannelijk om elkaar daar zo strikt op aan te spreken’.

Het is eind jaren zeventig. De tweede feministische golf is op zijn hoogtepunt. Dat vrouwen van alles met elkaar delen in vrouwengroepen en vrouwenhuizen roept een reactie op: ook mannen moeten emanciperen. We moeten af van de traditionele rol van de stoere, zelfverzekerde en machtsbeluste man. Mannen moeten hun zachtere kanten ontdekken en onzekerheid durven laten zien.
Er worden op kringlooppapier gestencilde mannenbladen uitgegeven en Man-ifestaties gehouden. Ik draag een button met het ‘mannenteken’, waarbij de fier naar rechts gestoken pijl is omgebogen tot een slap naar beneden hangend pijltje. Ik koop een tuinbroek en versier mijn rechteroor met een lichtblauw knopje. Ik zet regelmatig een breiwerkje op. De aanmelding voor de mannenpraatgroep is een logische volgende stap.
We lezen Het kleine verschil en de grote gevolgen van Alice Schwarzer, interviews met vrouwen die onderdrukt zijn door hun man. We voelen ons erg schuldig. Wij, de mannen, hebben de vrouwen slecht behandeld. Het is tijd om onszelf onder handen nemen.
We lezen verder en ontdekken dat schuldgevoelens de emancipatie in de weg staan. Aan de hand van Angst im Kapitalismus van Dieter Duhm wordt de sosjalisatie van mannen in kapitalistisch perspectief geplaatst. De eis aan mannen om zich altijd sterk en moedig te gedragen heeft een keerzijde in een ‘regressieve behoefte aan koestering’.
Dan merkt iemand in de groep op, dat we mannenemancipatie op een wel erg theoretische manier  bespreken. Dat zoiets typisch mannelijk is.
Dit inzicht zorgt voor een doorbraak. We moeten het over onszelf hebben en over onze gevoelens. Dan pas kunnen we emanciperen.
De volgende avond bespreken we wat we onder emoties verstaan en waar ze vandaan komen. Er worden stellingen geponeerd en intelligente vragen opgeworpen. Dat gaat tot laat in de avond door. Het lijkt af en toe een wedstrijd: wie maakt de meest steekhoudende opmerking? Verspreid over de vloer naast de stoelen staan de lege beugelflessen Grolsch. De asbak zit vol met peuken.
‘We komen niet verder. Ik denk dat we moeten proberen om onze persoonlijke ervaringen aan emoties te koppelen’, stelt P. voor. ‘Laten we uitwisselen, waar we onzeker in zijn’.
De keer daarop praten we alleen nog maar over problemen in relaties. Ruzies over thuis blijven of uitgaan. Mag je twee vriendinnetjes hebben? De verschillen in behoefte aan seks komen aan de orde. Kan je een fikse ruzie oplossen door een vrijpartij? Is masturbatie schadelijk voor een goede relatie?
Om elkaar beter te begrijpen vertelt ieder zijn levensverhaal. We proberen patronen te ontdekken. Het gaat het er steeds therapeutischer aan toe. We ontleden en analyseren de verhoudingen in onze mannengroep.
‘Jij kijkt voortdurend zo afkeurend naar mij, als ik iets vertel’, zeg ik tegen M. vanuit mijn oude rookstoel. Waarop M. antwoordt: ‘Wat zegt dit over jou, dat jij zo op mij reageert? Lijk ik misschien op je vader?’


Wat mij nu terugkijkend opvalt, is dat ik in mijn schriftje van de mannengroep niets tegenkom over concurrentie tussen mannen onderling. Over de wedstrijdjes die mannen met elkaar houden om de meeste aandacht en de meest invloedrijke argumenten. Over de discussies die zij houden om het debat te winnen. Over de geurvlag die mannen neerzetten in een vergadering. Ik maak dit bijna dagelijks mee. Ik ken het van mezelf.
Elke man kan leren om zijn eigen overhemd te strijken. Je gedrag veranderen is een stuk ingewikkelder.

2 opmerkingen:

  1. Wat een heerlijk stukje zeventiger jaren...... en toch zo hedendaags........ het gevecht is nog steeds gaande, zal deze cirkel ooit gesloten worden?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik denk niet dat de cirkel ooit gesloten wordt, dat houdt het ook spannend

      Verwijderen