DAGSLUITING
Het is 23.30 uur. G is al naar bed. De poes ligt opgerold op
zijn kussentje op de bank te ronken. Ik
zet de pc uit en leg mijn mobiel aan het infuus. Met twee lege glazen en
een kopje in mijn hand doe ik alle lampen uit. Dan breng ik het vaatwerk naar
de keuken, haal een broodje uit de vriezer en doe de voordeur op het nachtslot.
Op deze manier sluit ik de dag af. Met elk apparaat dat ik
uitdoe, wordt het stiller. Met elk licht dat ik doof wordt de wereld kleiner.
Alom heerst er nu rust in huis. Ook buiten is het stil.
Er is weer een dag voorbij. Is dat erg? Of juist prettig?
Het einde van de dag is eigenlijk een bijzonder moment, een gelegenheid
om bij stil te staan. Maar meestal doe ik dat niet. Dan loop ik nog te denken
aan een vervelende gast bij Pauw en Witteman, aan de beperkte houdbaarheid van
biologische wijnen of aan onze nieuwe vaatdoek, die verdacht veel lijkt op een
meisjesonderbroekje van vroeger.
In de hoogtijdagen van de radio werd het einde van de dag
gemarkeerd. Een geestelijke sprak een epiloog of dagsluiting uit. Na het
laatste programma klonk het Wilhelmus. De AVRO eindigde met een eigen
afscheidslied, gezongen door Bob Scholte:
Goedenacht en
welterusten, welterusten, goede nacht
De AVRO gaat nu
sluiten, haar dagtaak is volbracht
http://youtu.be/VHtIhd0Az2c
(het geluid start na 18 seconden).
De treden kreunen zachtjes onder mijn voeten als ik in het
halfduister naar boven loop. Het aantikken van de lichtknop in de badkamer weerklinkt
door de holle stilte.
Sommige mensen spelen vlak voor het slapen gaan nog
Wordfeud. Anderen kijken vanuit bed een thriller op tv of liggen nog te
whatsappen tot het laatste moment. Voor hen geen dagsluiting of bezinning.
Katholieken baden vroeger de rozenkrans voor het slapen
gaan, met de knieën op het zeil of de kokosmat en de ellenbogen leunend op een
stoel. Heeft er al iemand een moderne, mindfull variatie hierop bedacht?
Ik heb de afgelopen tijd meegeschreven aan een website, waar
mensen met slaapproblemen kennis en vaardigheden leren om hun slapeloosheid aan
te pakken: http://slaapproblemen.mirro.nl Het advies is om te ontspannen
en geleidelijk tot rust te komen voor je daadwerkelijk gaat slapen. De
rozenkrans hebben we niet aanbevolen.
Nadat ik mijn tanden heb gepoetst, doe ik tot slot het licht op de overloop uit. Met gemak vind
ik in het donker de slaapkamer en het bed. De rode cijfers van de wekker staan
op 23:39. Ook mijn dagtaak is volbracht.
Al snel nadat ik het bed in ben gestapt voel ik de slaap
komen. Mijn hoofd wordt zwaar, mijn lichaam loom. Ik kan gedachten niet meer
vasthouden. Ze schieten weg. Beelden komen onverwachts voorbij. Ik probeer te
volgen hoe het inslapen verder verloopt, maar dat lukt niet. Als ik mijn
aandacht erop richt, is mijn geest weer actief en trekt de slaap zich weer
terug. Laat ik me meevoeren, dan weet ik niet meer wat er gebeurt. ‘Meevoeren’
is wel een goede term. Ik wacht af tot ik meegenomen word. Ik ga er niet op af,
maar geef passief me over. Ik zak weg.
Laatst kwam voor het eerst van mijn leven vlak voor het
inslapen de vraag in mij op of ik nog weer wakker zou worden. Aanvankelijk voelde
dat als een angstige gedachte. Maar in tweede instantie zag ik er iets moois
in. Een einde zonder pijn of gedoe, tenminste niet voor mijzelf. Het woord
inslapen wordt niet voor niets als eufemisme voor doodgaan gebruikt.
Vreemd hoe zo’n vraag ineens opkomt.
Misschien komt het wel weer door Brahms. Die houdt mij wel meer bezig. Brahms
componeerde zijn overbekende Gute Abend, Gut’Nacht op een volksgedicht uit Des
Knaben Wunderhorn. In dit wiegelied komt de volgende regel voor:
Morgen früh, wenn Gott
will, wirst du wieder geweckt (2x).
Ik ga dit lied maar niet voor mijn kleinkinderen zingen, als
zij naar bed gaan. Dan loop ik het
risico dat ik nog moeilijke vragen moet beantwoorden. Wat is dat voor figuur,
die Gott? En, nog lastiger te beantwoorden, wat wil ie eigenlijk? Ik zou dat
als kind wel willen weten voor ik ga slapen.
Dat ik op een ochtend in 2014 nog eens naar Bob Scholte luister had ik niet kunnen bedenken. Ik ken het lied (goed). Nog vermeldenswaardig: de duidelijke uitspraak en om 't nog meer te laten 'bezinken', wordt de tekst ook nog een keer uitgesproken aan het eind. Hij eindigt overigens bijzonder hoog. Prestatie hoor! ;-).
BeantwoordenVerwijderen