zaterdag 18 april 2015


DE OCHTENDKRANT



Vijfenveertig jaar is een lange tijd. Het is meer dan de helft van een mensenleven. Meer dan een generatie. Voor velen is het meer dan de duur van hun arbeidzaam leven.
Als je vijfenveertig jaar gewend ben aan iets, dan stap je er niet zo gemakkelijk van af. Een vriendschap, de manier van ontbijten, de onderbroeken die je draagt. Of de krant die je leest.
Ik ben al vijfenveertig jaar geabonneerd op de Volkskrant. Sinds 1970 hoort het dagblad bij mijn ochtendritueel. Natuurlijk zijn er wel eens tijden geweest, dat ik ook een bijkrant las (zoals je een bijgerecht hebt of een bijzettafeltje). Zo las ik het Utrechts Nieuwsblad omdat ik in Utrecht woon, de Waarheid in mijn alles-moet-veranderen-periode, en de NRC omdat ik begrepen had dat je die moest lezen om als weldenkend mens te kunnen meepraten. Maar de Volkskrant is altijd de constante factor.
Ik ben een ochtendkrantmens. Bij het ontbijt wil ik met de boterham het nieuws consumeren. Regelmatig aarzel ik over de vraag of ik een stuk ga lezen. Begin ik aan een lang serieus artikel of laat ik me toch maar meevoeren door een smakelijk, maar irrelevant bericht? Soms stop ik geƫrgerd halverwege een artikel, omdat er niets nieuws in staat. Een krant is er ook om je aan te ergeren.
De krant moet ’s morgens op de mat liggen. Wordt ie een keer niet bezorgd, dan begint mijn dag niet goed. Dan ga ik als een moederpoes die haar jong kwijt is op zoek naar het nieuws. Is er nog wat gebeurd in Nederland en omstreken? Het is nergens voor nodig, maar ik wil het weten.
Als je al vijfenveertig jaar dezelfde krant leest, dan moet die verbondheid redenen hebben.
Ik kom net als De Volkskrant uit een katholiek nest. De krant was jarenlang een dagblad voor links Nederland. Met serieuze berichtgeving, maar ook aandacht voor de ontspannende zaken van het leven. Ik ben gehecht geraakt aan hoe de krant het nieuws brengt, aan columnisten, recensenten, aan het vertier van Sigmund en Gummbah.
De Volkskrant heeft allerlei ontwikkelingen doorgemaakt. Ik ben meegewaaid. Ik vond het niet altijd even goed, maar ik ben vijfenveertig jaar Trouw gebleven.
Nu hebben we de Volkskrant opgezegd en zijn we overgestapt op Trouw.
Dat kostte moeite. Er ging enkele jaren van twijfel overheen. Maar nu is het dan zover.
Ik heb al veel langer het idee, dat de Volkskrant niet meer voor mij gemaakt wordt. Dat ik niet meer tot de doelgroep behoor van mensen die een kwartier hebben om een krant te lezen met grote koppen, veel foto’s en grafieken. Mensen, die alles willen weten van populaire tv-series, de nieuwste smartphones of de zwaarte van de schoolboeken.
Ik begrijp dat de krant jongere doelgroepen moet bereiken om te overleven. Maar inhoud en stijl zijn aan mij niet meer besteed.
In de politieke verslaglegging gaat het meer om de posities en de relaties dan om de inhoud. Familiedrama’s en overvallen worden uitgeplozen door buren en vrienden te interviewen. Redacteuren gaan op zoek naar fouten van instellingen en beleidsmakers.
Het krioelt in de krant van de meningen, waar we dankzij de sociale media (en weblogs!) toch al mee overgoten worden. De krant wil niet alleen verslagleggen, maar zelf ook nieuws maken.
Joop Visser zong al in de tachtiger jaren over de jou-hoe-hoernalisten:
De brand die ze verslaan, meneer
Als zij het land in gaan, meneer
Steken ze zelf eerst aan, meneer
Dat noemen ze een baan, meneer.
Later schreef hij nog het lied De Volkskrant is een Kutkrant.
Nu hebben we dus een abonnement op Trouw. Een dagblad dat beschrijft wat er gebeurd is zonder daar altijd en overal een mening of een kort-door-de-bochtanalyse aan toe te  voegen. Meer verslaglegging, minder sfeertekening.
Trouw is een bastion van rust. Trouw is ook de ernst zelve.
In mijn dilemma van serieuze artikelen en smakelijke berichten, heb ik nu voor het eerste gekozen. Ik weet niet of het me goed zal bevallen en of de protestantse achtergrond me niet teveel gaat tegenstaan. Bij de katholieken zijn de overlijdensadvertenties toch een stuk interessanter. Maar alla, je kunt niet alles hebben. 
Hoe lang zal ik Trouw blijven? Ik ben bang dat het geen vijfenveertig jaar wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten