zaterdag 4 mei 2013


KRONINGSDAG

 
In 1970 verliet ik het ouderlijk huis en huurde een grijs zolderkamertje van 2 bij 3 in de Rivierenwijk in Utrecht. Om de kamer wat meer kleur te geven verfde ik de deur en de balken oranje, wat toen modern was. Omdat ik nog wat verf over had en tevens omdat ik de kans wilde verkleinen dat mijn fiets in de grote stad gestolen zou worden, verfde ik vervolgens ook mijn fiets oranje. Dat viel destijds nogal op. Mijn fiets werd niet gestolen, maar er was één dag per jaar, dat ik me op mijn fiets ongemakkelijk voelde: op 30 april. Als kind van de jaren zestig was ik tegen alle autoriteiten en tegen het koningshuis.
Daarin ben ik niet veranderd. Mocht er nu een volksraadpleging over de monarchie gehouden worden, dan stem ik zonder aarzelen tègen. We vlaggen niet op 30 april en van het Wilhelmus neurie ik inwendig alleen de eerste twee noten als ik in een muziekstuk de kwartsprong naar boven moet maken. Enige nieuwsgierigheid naar het koningshuis kan ik echter niet onderdrukken.
Daarom zitten G en ik op Kroningsdag om 10 uur voor de televisie om live de door 6 camera’s geregistreerde abdicatieplechtigheid te volgen. Als het publiek op de Dam buiten vervolgens ‘Bea bedankt, Bea, Bea, Bea bedankt’ gaat zingen, voel ik me al kregelig worden. Beatrix mag van mij best bedankt worden en wie weet verlangen we over tien jaar wel erg terug naar haar, maar dit scanderen roept associaties op met een volk dat zich nederig voor de troon van de koning buigt. G meent te horen dat het publiek ‘Heya Jan Bols’ scandeert.
Wanneer de NOS vervolgens diepgaand gaat analyseren of, en zo ja wanneer en hoe, de koningin een spoor van emotie vertoonde, schakelen we de tv uit, doen onze wandelschoenen aan en rijden spoorslags naar Doorn voor een wandeling over het landgoed Sandenburg.
In 1980 woonde ik in een gekraakt huis. Niettemin was er geen moment de gedachte bij mij opgekomen om op Kroningsdag in Amsterdam mee te doen met de krakersactie Geen Woning, Geen Kroning. Ik was net een brave burger geworden. Vijf maanden daarvoor had ik een baan gekregen en twee maanden daarvoor een vriendin. G en ik vierden eind april onze verliefdheid in een opgeknapt schuurtje achter een woning in Schiermonnikoog. Op de kroningsdag van Beatrix reisden we met de Daf, die mijn vader had nagelaten, van Holwerd terug naar Utrecht om ‘s avonds een concert van Joan Armatrading bij te wonen (Show some emotion, dat was toen al het advies aan de nieuw gekroonde koningin).
In Doorn heeft men uitbundig de vlaggen buitengehangen. Op een pleintje voor de HEMA is een terras ingericht. In het bleke zonnetje en de schrale wind zitten hier en daar wat mensen met oranje petten of sjaals hun koffie te drinken. De stemming moet er nog in komen. Een dj draait het gewraakte koningslied met de volumeknop ver open.
In 1981 heb ik prinses Juliana ontmoet. Ik had een hoofdstuk geschreven in het boek Samen gewoon verder (met als ondertitel gehandicapt zijn is anders dan je denkt). Het eerste exemplaar werd aan prinses Juliana overhandigd. De titel van het boek sprak haar zeer aan. Al was ik tegen het koningshuis, ik voelde me zeer vereerd om bij deze uitreiking aanwezig te zijn en vervolgens zeer teleurgesteld, toen ik haar niet de hand had kunnen schudden. Kritische mensen zijn toch vaak ook autoriteitsgevoelig, dat is het bijzondere.
We lopen door bos en veld en we zien het botten van de bomen en het bloeien van de blaadjes. De vogels kwetteren en de lammetjes mekkeren. Terug in Doorn nemen we het eerste ijsje van dit jaar.
’s Avonds op de bank zien we de samenvatting van de samenvatting en is de conclusie dat we vanaf vandaag behalve een koningin ook nog een koning hebben, een koning die druk bezig is om zich een populair imago aan te meten en een koningin die drie maal per dag naar de kapper gaat.
Rest de vraag wat wij ons over tien jaar nog van deze dag zullen herinneren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten