OP ZOEK
Vorige week kwam ik J. tegen. Dat was in jaren niet gebeurd.
Wij kennen elkaar uit de eerste helft van de jaren zeventig. Tezamen met nog
acht andere studenten woonden we in een studentenflat aan de van Lieflandlaan
in Utrecht.
Als eerste bewoners van de groepswoning hadden we elkaar niet
uitgekozen. De Stichting Studentenhuisvesting had een mix gemaakt van
leeftijden en studierichtingen, maar wel alleen mannen bij elkaar geplaatst. Naast
ons was een woning voor vrouwelijke studenten. Dat gaf voldoende bekijks over
en weer.In onze groepswoning deelden we het sanitair en de keuken cq huiskamer. Ieder zette zijn eigen pot pindakaas in zijn eigen keukenkastje. Alleen de drank werd uit kostenoverwegingen gezamenlijk bij Groothandel Nectar ingekocht. Het verbruik werd bijgehouden op een turflijst. Op huisvergaderingen was een terugkerend onderwerp van gesprek hoe de niet geturfde flesjes verrekend moesten worden: elke bewoner een gelijke bijdrage of naar gelang de omvang van het verbruik.
In de keuken stonden twee elektrische fornuizen. Van menig fluitketel is onbedoeld getest hoe lang deze kon droogkoken zonder krom te trekken. Van de twee Israëlische studenten in huis leerden we dat ha majm rotchien betekent dat het water kookt.
Na enige tijd kwamen de gezamenlijke maaltijden in zwang. Tenminste als er iemand op de kooklijst een K van Koken had ingevuld. Soms stonden er dagenlang alleen de X-jes van de mee-eters op de lijst. Na afloop van het eten werd er direct en contant afgerekend. ‘Mag ik van jullie 2,95 pp vangen?’
Natuurlijk was er een jaarlijks huisfeest. Dat was voor veel bewoners een goede aanleiding om de kamer eens flink op te ruimen. Dan konden alle gasten op de grond zitten. Het allereerste huisfeest heb ik niet tot het einde meegemaakt. Iemand had mij geadviseerd om eens sherry te proberen. Huisgenoot F had, met de kennelijke bedoeling om de buurvrouwen te behagen, een aantal grote mandflessen voor een spotprijsje in huis gehaald. Met mijn moeder’s gezegde Onderzoekt alles en behoudt het goede in mijn achterhoofd was ik niets vermoedend aan de sherry begonnen. Halverwege het feest stond ik op mijn kamer met mijn hoofd boven de wastafel, die achter de klerenkast was verstopt. Ik zag alle zorgvuldig gemaakte hapjes weer naar buiten komen. Dit leek mij niet het goede wat behouden diende te worden.
We discussieerden veel. Over het autoritaire onderwijs, over de zin van het meedoen aan demonstraties, over het koningshuis, over Barend Biesheuvel (Ba-rund, -rund –rund, -rund, -rund), over van alles. We waren eensgezind als het ging om de afkeer van tradities en autoriteiten. We waren het er impliciet ook over eens, dat wij het anders konden doen en dat we het zelf in handen hadden. Maar we konden flink van mening verschillen over welke kant het uit moest. Het waren oefeningen in debatteren en overtuigen. De discussie eindigde pas als iemand de zwart-wit TV aanzette. Dan keken we in gezamenlijkheid naar Avro’s Toppop (‘tip drie-drieeh-drieeehh’). Of ieder trok zich terug op zijn eigen kamer van 3 bij 4, met biezen tegels, grote bandrecorder, sierasperge en citroengeranium.
We waren allen bezig om op eigen benen te gaan staan en de wereld te verkennen. We waren op zoek naar wat we belangrijk vonden in het leven, naar houvast voor de toekomst en zeker ook naar de ware liefde, die we nog geen van allen gevonden hadden.
We waren tegen strikte normen en geboden, maar we hingen overal briefjes op.
Naast de telefoon hing de waarschuwing: ‘vergeet niet de tikken te noteren!!!’. Op de deur van de douche hing, op instigatie van een Brabantse zoon met aanleg voor smetvrees de regel: ‘douche altijd met lysol reinigen’. Ik had op de wc de volgende boodschap achtergelaten: ‘als je carrière wil maken, begin dan hier met het ophangen van een nieuwe wc-rol als de oude op is’.
Of we carrière gemaakt hadden, was een vraag die tijdens het gesprek met J. vorige week niet ter sprake kwam. Wel deelden we met elkaar de ervaring, dat de tijd hard is gegaan. Dat er, anders dan we destijds dachten, dingen gebeuren in je leven, die je niet in de hand hebt. Dat het omkijken is begonnen.