INFOBESITAS EN
ROEPTOETERS
Ieder jaar als ik terugkeer van vakantie lijkt het wel weer
erger: de hoeveelheid informatie die in één keer op mij afkomt. Stapels
kranten, massa’s mails, brieven, aankondigingen, boeken die verschenen zijn,
achtergrondartikelen op interessante websites, festivals die gehouden worden,
buurtactiviteiten, weblogs. En dan ‘zit’ ik nog niet eens op Twitter of Facebook. Bij
al die informatie krijg ik het gevoel dat ik tekort schiet. Moet ik eigenlijk
niet meer weten van alles wat er speelt? Wat mis ik als ik de ontwikkelingen
niet een beetje bijhoud?
Sommigen spreken van infobesitas. Dat is de ziekelijke
neiging tot het volgen van informatie om maar niets te hoeven missen. Alsof je
een grote bibliotheek binnenloopt en je voorneemt om alle boeken te gaan lezen.
Zodat je tenminste mee kan praten op verjaardagen. Volgens de Volkskrant
krijgen we twintig maal zoveel informatie te verwerken als twintig jaar
geleden. (Vraag niet hoe men dit vastgesteld heeft).
In het digitale tijdperk wordt van alles met elkaar gedeeld.
Er is geen onderwerp te bedenken, waar niet een website over bestaat, waar je
mee kunt denken. De overheid zet sites op om mee te praten over de toekomst van
Nederland. Teveel mensen hebben teveel oplossingen, zei de Amerikaanse politiek
filosoof Michael Sandel in een uitzending van Human. We kwekken teveel door
elkaar heen.
Nadat ik het eerste deel van dit blog geschreven had, las ik
vandaag in de Volkskrant een interview met de Amerikaanse oud-bevelhebber en
strateeg William Fallon. Hij zegt daarin: ‘er is tegenwoordig zoveel informatie
(…) dat het verwarring veroorzaakt en de regering dwingt snel te handelen. Het
kan leiden tot slechte beslissingen of besluiteloosheid’.
Naast de infobesitas zou je minstens evenzeer kunnen spreken
van een ziekelijke neiging om jezelf te willen laten horen: door je mening te delen
op fora, oneliners te plaatsen op Twitter, of weblogs bij te houden. We zijn
met zijn allen een stel roeptoeters geworden. Als alles wat geschreven wordt hoorbaar
zou zijn, zou er een babylonische kakofonie van de aarde opstijgen. Sites als
LinkeIn stimuleren dit gedrag door de Influencers van de week bij te houden en
de meest gelezen blogs te turven. Ik
kwam laatst op 50plusser.nl, een site waarop vijftigplussers van alles met
elkaar kunnen delen: nieuws, foto’s, recepten, reisjes, kunstwerken, cursussen,
blogs. Op dit platform houden welgeteld 2631 vijftigplussers een weblog bij. Je
kunt het niet meer ziekelijk noemen. Het is normaal geworden.
In samenhang met het probleem van de informatie-overload zie
ik een ander knelpunt. Hoe al deze meningen en ervaringen te beoordelen? Op
welk referentiekader baseer ik mijn ‘goed’ of ‘slecht’, welke normen en waarden
zijn mijn leidraad? In de huidige westerse cultuur zijn waarden als efficiency,
individualisme en competitie leidend. Waar kan ik terecht voor een kritischer
geluid?
Niet bij de oude religieuze instituties, waarmee ik ben
opgegroeid en in het verzet waartegen ik me heb ontwikkeld. De grote politieke
stromingen van weleer hebben aan kracht ingeboet. De verzuilde media zijn
opgelost in een amorfe brij van productiemaatschappijen die dingen om de gunst
van de lezer en de kijker. Media die ooit links genoemd werden zijn dat al lang
niet meer. Ze zijn omgekomen in teveel dogmatiek of veranderd in
dichtbij-huis-berichtgeving over te zware schooltassen van brugklassers. Beschouwende
praatprogramma’s zijn veranderd in entertainment (ook hier wijk ik met mijn
blog meestal niet van de hoofdstroom af, moet ik bekennen).
De patriarchale maatschappij met de vaste denkkaders is er
niet meer. De vrijheid van denken die we wilden is realiteit, maar het
paradoxale is dat er veel onzekerheid voor in de plaats is gekomen. Of zoals
iemand zei (het zal wel een socioloog geweest zijn): we waren nog nooit zo
vrij, maar ook nog nooit zo machteloos. Zo loert het gevaar van het verlangen
naar een sterke man of één sterke ideologie om de hoek. Ik denk dat we het meer in kleine verbanden moeten
zoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten