vrijdag 14 november 2014

MIJN ASBESTCRISIS


Het is opvallend, dat de woorden as en best in samenstelling met elkaar de aanduiding vormen voor een brandwerende stof. Asbest is sterk, slijtvast en bovendien goedkoop. Hoewel al in de jaren dertig van de vorige eeuw bekend was dat blootstelling aan asbestvezels een risico vormt voor de gezondheid, is de grondstof nog lange tijd gebruikt. Met name in de zeventiger jaren nam het gebruik van asbest in de bouw een hoge vlucht.
Ik werkte van september 1973 tot mei 1974 in de werkplaats van aannemer Versteegen in Montfoort.
Versteegen had ooit voor de KVP in de gemeenteraad gezeten. Daarna mocht hij de polders rond Montfoort volbouwen met keurige doorzonwoningen, voorzien van centrale verwarming. Vanwege de toegenomen brandveiligheidseisen diende de CV-ketel op zolder afgeschermd te worden. Daartoe fabriceerden wij in de werkplaats drie schotjes van vurenhouten latten en asbestplaat. De constructie leek op een soort laag uitgevallen kledingscherm. De asbestplaten zaagden we zelf. De chef van de werkplaats rekende uit, op welke wijze er zoveel mogelijk stukken uit één plaat gezaagd konden worden. Dat was economisch en daar had hij voor doorgeleerd.
Enig besef, dat het materiaal niet zo goed was voor de gezondheid was er wel. Als we asbestplaten zaagden, dan stonden alle deuren van de werkplaats open om het vrijkomende stof zo snel mogelijk te laten wegtrekken. Desondanks hing er na het zagen van één plaat al een grijze, stoffige lucht. Zo heb ik indertijd heel wat asbestvezels ingeademd.
Een decennium later kwamen de eerste verontrustende reportages in de media over de gevaren van asbest. Over de werknemers van een asbestfabriek die na jaren longvlieskanker kregen. Niet gewaarschuwd voor de ernstige risico’s voor hun gezondheid hadden zij zelfs hun tuinpaadjes volgestort met asbestafval. Ik verdrong die verhalen.
In de negentiger jaren kwam ik bij het afbreken van de serre van ons huis een aantal asbestplaten tegen. Bij de sloop braken er hier en daar nog stukken af. Ik wist dat ik voorzichtig moest zijn, maar het was voor mij geen aanleiding om de werk subiet te stoppen, de omgeving af te zetten met rood-witte linten en de hulpdiensten te waarschuwen.  Ik mocht de stukken gewoon zelf bij het afvalscheidingsstation afleveren. Als het materiaal maar keurig in plastic zakken was verpakt.
Pas toen er in de zomer van 2012  een asbestcrisis in de wijk Kanaleneiland ontstond en de gezondheidsrisico’s in de media breed werden uitgemeten sloeg mijn houding van ‘het zal wel meevallen’ om in grote bezorgdheid. Vooral het gegeven dat asbestkanker zich pas na jaren openbaart en dat het een stille sluipmoordenaar is, hakte er in. Ik schoot helemaal door naar de andere kant en dacht bij alles wat ik voelde, dat de eerste symptomen van de kanker zich aandienden. Asbestkanker is niet te genezen, dus ik voelde niets meer of minder dan de voortekenen van het naderende einde.
Niettemin duurde het nog enkele maanden voor ik naar de huisarts ging. Ik vond dat ik een duidelijke klacht moest hebben. Die vond ik in een lichte pijn achter het borstbeen. Het was niet zozeer deze pijn, alswel het woord asbest, wat de huisarts deed besluiten om mij direct door te sturen voor een longfoto. De uitslag kwam binnen het uur: de longen zien er nu normaal uit. Dat was een hele geruststelling.
Hodie mihi cras tibi (vandaag ik, morgen jij) is een spreuk die je nog wel eens op een begraafplaats tegenkomt. De doden laten ons met holle lach weten: ‘Denk maar niet dat jìj er aan zult ontsnappen!’.  Het gezegde moet ons herinneren aan onze eigen eindigheid.
Het is wel eens goed om daarbij stil te staan. Op het moment dat ik de dreiging voelde vond ik dit besef echter alleen maar verschrikkelijk. Toen de opluchting voorbij was en het leven weer zijn normale loop had genomen, was het bewustzijn van de sterfelijkheid opnieuw een kwestie van weten en niet van voelen.
Totdat ik dit voorjaar opeens 4 kilo lichter was. Terwijl ik al vanaf mijn 20e jaar constant 68 kilo weeg, gaf de weegschaal plots 64 aan. Dus toch maar weer even naar de huisarts. Je weet maar nooit.
Zo blijven we bezig. Tot het niet meer hoeft.

1 opmerking:

  1. Ik mis de mogelijkheid om te 'liken' :)....anders had ik dat gedaan :) Trea

    BeantwoordenVerwijderen