HET KLASSIEKE HART
In het radio 4-programma De Klassieken mag elke week een
Bekende Nederlander 5 favoriete muziekfragmenten laten horen. De BN’er vertelt daarbij
over zijn leven. Omdat ik geen BN’er ben en de kans daarop met de dag tot
nagenoeg 0% daalt, gebruik ik dit weblog om mijn huidige muziekkeuze te laten
horen. Mijn stelling hierbij is: wat je in een bepaalde periode mooi vindt,
hangt nauw samen met je leven in die fase.
Als kind heb ik thuis veel
klassieke muziek gehoord. Of, beter gezegd, moeten horen. Mijn vader was een
groot liefhebber. Ik kan niet zeggen, dat ik het mooi vond, al heb ik als kleuter
wel eens boven op een stoel gestaan om een vioolromance van Beethoven te
dirigeren. Dat leek me een fluitje van een cent, dat dirigeren.
Zo rond mijn
21e werd ik voor de eerste keer echt geraakt door klassieke muziek.
Ik volgde met een groep een stottertherapie. We lagen op een dekentje voor een
ontspanningsoefening. Ik voelde me geheel vrij van angsten en zo vol
zelfvertrouwen, dat ik de hele wereld aan kon. Op dat moment liet de therapeute
het Andante horen uit het 12e
pianoconcert van Mozart (KV 414) en belandde ik in een bovenaardse staat
van gelukzaligheid.
Klassieke
muziek kreeg vanaf toen een plaats in mijn leven, zij het nog aan de rand. Want
ik hield vooral van popmuziek.
De volgende
doorbraak kwam begin negentiger jaar. We wilden onze zoons van 6 en 8 laten
kennismaken met klassieke muziek. Dat had ik dan toch van mijn vader overgenomen.
We kochten een abonnement op een kinderserie in muziekcentrum Vredenburg. De
kinderen waren na drie concerten wel uitgekeken, maar G en ik hebben sindsdien elk
jaar een abonnement op een serie concerten. Ik begon ook thuis naar klassieke
muziek te luisteren, grote werken van 19e
eeuwse componisten als Beethoven, Dvorak, Mendelssohn en Brahms. Klassieke
muziek was voor mij in die jaren een rustpunt in een druk leven met
verantwoordelijkheden. Ik kreeg een voorliefde voor Brahms met zijn afwisseling
van donkere en llichte melodieën, zoals hier in het eerste deel van de tweede
symfonie.
Daarna raakte ik in de ban van de vocale muziek en van
religieuze werken. Ik was lid geworden van het kamerkoor Decibelle. In mijn
eerste uitvoering zongen we het Requiem van Michaël Haydn. De schitterende
harmonieën galmden nog lang na, niet alleen in de kerk, maar ook in mijn hoofd.
Ik kocht cd’s van missen, requiems en oratoria. Gulzig luisterde ik keer op
keer naar de op muziek gezette kerkelijke teksten. Zelfs sopraanaria’s, die ik tot
dan toe als gegil had bestempeld, begon ik mooi te vinden, met dank aan het Laudamus te uit Mozart’s mis in c
mineur.
Ik heb niets meer met de kerk. Desondanks kan ik van
religieuze muziek geen genoeg krijgen. Het
brengt me terug in het veilige, overzichtelijke leven van mijn kindertijd. Bovendien
gaan religieuze werken over de wezenlijke zaken in het leven. Over lijden en
pijn, maar net zo vaak over troost en aanvaarding.
Ik luisterde al regelmatig barokmuziek, maar in 2013 werd ik
echt verliefd op de barok. Ik deed mee aan een een zomerweek. Met een groep goed
geschoolde zangers en instrumentalisten zongen we stukken van Händel, Rameau en
Lully. Wat een heerlijk tempo, wat een
vrolijke nootjes! Muziek om op te dansen.
In korenland is al enkele jaren 20e eeuwse
muzieke van noord-europese componisten, zoals Pärt, Kreek en Nysted populair. Er
zijn mooie stukken bij met lang aangehouden noten en met schurende harmonieën
die altijd wel weer ergens oplossen in consonante drieklanken. Muziek om te luisteren
als je mindfull op je dekentje tussen de waxinekaarsjes ligt. Blijkbaar is dat
op dit moment niet zo mijn behoefte. Na een paar stukken verlang ik naar tempo.
Ik ben verder de barok ingedoken, in de laatrenaissance en
de vroege barok. Ik kom naast weemoed veel vrolijke muziek tegen, waarin de luit, de
theorbe en andere voorlopers van de gitaar een belangrijke rol spelen en waarin
oude blaasinstrumenten als de cornetto jazzy improvisaties laten horen.
Het ensemble L’Arpeggiata, onder leiding van Christina Pluhar,
heeft er zijn bekendheid mee verdiend. Sommige mensen vinden dit geen klassieke
muziek meer.
Vijf muziekfragmenten en niets van Bach, dat kan eigenlijk
niet. Die bewaar ik dan voor een volgende keer. Over een tijdje heb ik
waarschijnlijk weer andere voorkeuren. De klassieke muziek is een oneindig
universum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten