GAST AAN TAFEL
Tja, hoe moet
het verder met onze democratie?
Ik hou wel
van politici die duidelijk zijn in hun visie en doelen, hun rug recht houden
bij tegenwind en er niet voor terugschrikken om impopulaire maatregelen te
nemen. Maar een politicus, die in de huidige tijd impopulaire maatregelen
neemt, weet dat hij daarmee zijn eigen einde inluidt.
We leven niet
meer in de vijftiger jaren, waarin de kiezers blind hun voormannen volgden.
Burgers zijn mondiger geworden. Zij willen gehoord worden en niet alleen via
het potlood in het stemhokje. Dat stelt nieuwe eisen aan de democratie.
Overheden en beleidsmakers
bedenken daarom nieuwe vormen om burgers bij het beleid te betrekken, zoals
bewonerspanels, ontwikkelgroepen, kenniscafé’s, wijkschouwen en
participatiegroepen. Het nieuwste woord is Tafel.
Daarmee worden uiteenlopende vormen van overleg met belanghebbenden bedoeld, bijv.
over de herinrichting van een plein of de buurtveiligheid. (De keukentafel
hoort overigens niet in dit rijtje thuis).
Naar
aanleiding van de problemen met de gaswinning werd in Groningen begin 2014 een
Dialoogtafel opgericht. De commissie Meijer had vastgesteld dat het vertrouwen
in de Rijksoverheid en de NAM onder de inwoners van Noord-Oost Groningen ver te
zoeken was. Bestaande overlegstructuren zouden dit probleem onvoldoende kunnen
oplossen.
Een Tafel, het huiselijk symbool voor
gemeenschappelijkheid en verbondenheid, zou meer perspectieven bieden. Bewoners,
ondernemers, overheden en NAM werden maandelijks uitgenodigd om als gast aan
tafel aan te schuiven.
De
Dialoogtafel heeft anderhalf jaar gefunctioneerd. Begin september werd besloten
om de tafel op te doeken. Tafelvoorzitter Jacques Wallage legt in Trouw (10-09)
uit waarom dit nieuwe democratische middel mislukt was. ‘De overheden en de NAM
wilden het liefst zelf de dienst uitmaken. De dringende noodzaak om op één lijn
te komen met maatschappelijke organisaties voelden zij niet’. Akkoorden werden buiten de Tafel om gesloten.
‘We mochten hoogstens een punt of een komma veranderen’. Voor iemand die zelf zijn
hele leven de overheid gediend heeft is dit forse taal.
De Belgische
schrijver David van Reybrouck pleitte in zijn boek Tegen Verkiezingen om een door loting geselecteerde groep burgers
te laten meewerken aan beleid en wetgeving. Geïnspireerd door zijn ideeën vroeg
de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk 165 Utrechters om drie dagen lang mee
te denken over het milieu- en energiebeleid van de gemeente. Van Hooijdonk wil
meer geïsoleerde woningen, windmolens en zonnepanelen. ‘Als dit allemaal al zo
duidelijk is, waarom heeft u dan die burgers nodig?’, vroeg de Volkskrant (06-01)
aan haar. Het antwoord van de wethouder luidde, dat het beleid alleen haalbaar
is als er draagvlak is onder de inwoners.
Maar wat gaat
het bestuur doen als de burgers tot andere oplossingen willen komen, was daarop
de volgende vraag. Van Hooijdonk: ‘Als er iets heel anders uitkomt dan we
verwachten, moeten we bekijken hoe we er politiek mee omgaan’.
Duidelijker
kan het dilemma van de hedendaagse bestuurder, die de burgers wil laten
participeren, niet weergegeven worden.
Paul
Verhaeghe, een andere Belgische opiniemaker, bepleit ook nieuwe vormen voor het
participeren van burgers (Trouw, 12-09). Als mooiste voorbeeld haalt hij een
vorm van volksraadpleging over het energiebeleid in Texas aan het einde van de
19e eeuw aan. Er werd informatie gevraagd aan alle betrokken
belangengroepen. Pas toen iedereen het eens was over alle informatie, werd deze
voorgelegd aan een vertegenwoordiging uit de bevolking.
Het heeft
blijkbaar gewerkt, maar als we in 125 jaar geen beter voorbeeld kunnen vinden
van participatie, dan vrees ik het ergste voor de vernieuwing van de
democratie.
Participeren
moet je leren, las ik ooit ergens. Die leuze sloeg op de burger die moet leren
verder te kijken dan zijn eigen neus lang is. Ik zou denken dat de slogan meer
van toepassing is op degenen die moeten leren om hun macht te delen.
Naschrift:
het ‘stadsgesprek energie’ in Utrecht is volgens de website van de gemeente
succesvol verlopen: http://www.utrecht.nl/utrechtse-energie/stadsgesprek-energie/
goed stuk, arnold, met een klinkende laatste zin. we bellen nog over belcanto in de polder...
BeantwoordenVerwijderen