AS HEM
Op mijn twaalfde kopen mijn ouders een nieuwe fiets voor
mij, een kleine maat herenfiets. Als ik op het zadel zit, kan ik niet met mijn
voeten bij de grond. Na de zomervakantie ga ik, in navolging van mijn oudere
broer en zussen, naar het Sint-Bonifatiuslyceum in Utrecht. Dat betekent elke
dag 10 kilometer heen en 10 kilometer terug fietsen. Dat doe je niet op een
afdankertje.
Ik ben blij dat ik van de lagere school af ben en dat ik als
jongste in het gezin nu eindelijk mee ga tellen. Maar spannend vind ik het ook,
zo’n grote school in een grote stad. Boni heeft dat jaar 1600 leerlingen en
meer dan 100 leraren.
Het schooljaar begint met een plechtige Heilige Mis in de
Willibrorduskerk aan de Minrebroederstraat. “Bij de voorbereiding op hun
toekomstige taak in de maatschappij dienen de leerlingen van het lyceum tevens
hun religieus leven te vormen en te verdiepen”, zo staat te lezen in het
programmaboekje voor het schooljaar.
Ik ben geplaatst in klas 1D. In de jaargang 1964-1965 zitten
de jongens en meisjes van de lagere klassen gescheiden. Het katholieke
Bonifatius acht het niet bevorderlijk voor het leerklimaat als jongens in de
groei samen met ontluikende meisjes in de klas zitten. Wie in december j.l. mijn
blog Die dag gelezen heeft, weet dat er
enige aanleiding was voor dit standpunt.
Er gaat nog één andere jongen van mijn lagere school naar
het Boni. Ook Jan is ingedeeld in 1D. Wij delen toevallig dezelfde achternaam.
Op de eerste schooldag fiets ik samen met mijn zus naar
school, de fonkelnieuwe leren tas boordevol boeken onder de nog strakke snelbinders.
Op het Pieterskerkhof aangekomen is het een drukte van belang. Te midden van
een stoet jongeren die minstens een kop groter zijn schuifel ik met de fiets in
de hand onder de poort door de binnenplaats van de school op. Gespannen zoek ik
een plek voor mijn fiets in een van de met roestige golfplaten overdekte
fietsrekken. Daarboven strekt zich dreigend en zwijgend het hoge gebouw met de
vele ramen uit.
Klas 1D heeft het eerste lokaal links op de begane grond,
vlak naast de kamer van conrector Erich. Geïntimideerd door de onbekende
omgeving en zoveel stadse klasgenoten gaan Jan en ik samen op de eerste rij zitten.
We krijgen Nederlandse les van meneer Kuitenbrouwer. Hij
loopt voor de klas heen en weer als hij in alfabetische volgorde de namen van
de leerlingen opnoemt. Bij de D gekomen steken Jan en ik tegelijk onze vinger
op. Meneer Kuitenbrouwer blijft hij voor onze bank staan.
‘Zijn jullie broertjes?’, informeert hij.
‘Nee’, kraait Jan lachend, ‘we zijn geen broertjes, we zijn
vriendjes!’
Ik vind dat ‘vriendjes’ wat overdreven uitgedrukt, want zo
dik zijn we niet met elkaar. Ik heb behoefte om me te onderscheiden.
‘Ik ben ouder as hem’, voeg ik toe.
‘As hem?’, vraagt de leraar Nederlands verbaasd. Zijn
spreektoon gaat bij het woord hem
fors de hoogte in.
‘As hem?’, herhaalt hij nog eens op vrolijke toon, terwijl
hij de klas inkijkt, in afwachting van een reactie om zoveel domheid. De klas
wacht gespannen af.
‘Dan hij, zal je bedoelen!’, zegt de leraar.
Dit is het sein voor de klas om in een algeheel gejoel los
te barsten.
‘Dan hij’, roep ik nog verongelijkt, maar dat hoort niemand
meer in het lawaai.
Taal was een van mijn beste vakken op de lagere school. Ik
had met glans het toelatingsexamen voor het lyceum gehaald, met één negen en
drie achten, waaronder een acht voor Nederlands. Het gebruik van als en hem in de vergrotende trap
was zowel thuis als op school heel gewoon.
Het is duidelijk. Het is op deze eerste schooldag voor eens
en voor altijd vastgesteld: wij zijn de boertjes van buiten, wij komen uit
Vleuten, zo’n boerendorp, waar ze nog as
hem zeggen. Wij kennen nu onze
plaats.
Ter plekke neem ik me voor om snel te laten zien, dat ik tot
veel meer in staat ben. Dat is de reflex die ik gewend ben van de lagere
school, waar ik de meeste kinderen in intellectueel opzicht verre de baas was.
De middelbare school is echter anders, zo zal weldra blijken. In deze klas
kunnen alle kinderen goed leren. Ik ben op mijn nieuwe fiets in de grote wereld
beland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten