“BOZE 60-plusser
SNAKT NAAR PENSIOEN”
De bovenstaande kop stond laatst op Teletekst. Daaronder
stond het volgende bericht.
“Veel zestigplussers halen maar met moeite hun pensioen. Uit
onderzoek blijkt dat 7 op de 10 oudere werknemers tenminste één langdurige
ziekte, aandoening of handicap hebben.”
“Veel mensen zijn kwaad over het verhogen van de
pensioenleeftijd. Zij zien dit als een groot onrecht: 44% van de deelnemers aan
het onderzoek geeft aan boos of zeer boos te zijn”, aldus de onderzoekers van
het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut.
Wat is hier aan de hand?
Dat burgers boos zijn, mag geen nieuws meer heten. Wie is er
tegenwoordig niet boos?
De 60-plussers zijn boos, omdat zij erop gerekend hadden
eerder te kunnen stoppen met werken. Hun 2-3 jaar oudere collega’s konden er op
hun 62e nog met een mooie regeling uit. Maar wie na 1950 geboren is
zag eerst de fiscale voordelen van het eerder stoppen verdwijnen. Daar kwam de stapsgewijze
verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar nog eens bovenop. Dat vinden zij
niet rechtvaardig.
Tja.
Ik had ooit een parttime werkende collega, voor wie de donderdag
geen werkdag was. Zij vond het niet eerlijk, dat haar collega’s wel op
Hemelvaartsdag vrij waren. Dus kende zij zichzelf een andere dag in die week een
vrije dag toe.
Het leven is niet altijd rechtvaardig. Was de grens voor de
pensioenverhoging niet bij 1950 gelegd, maar bij 1955, dan waren de 55-plussers
boos geweest.
Ik ben 60-plusser, maar ik ben niet boos. Tenminste niet
over mijn pensioenleeftijd. Zoals het er nu naar uitziet haal ik niet
ongeschonden mijn pensioendatum. Door een reorganisatie ben ik binnenkort overbodig.
Misschien zouden de boze 60-plussers dat
ook wel willen. Zijn ze niet alleen boos, maar ook nog eens jaloers.
Ik begrijp hun boosheid echter heel goed. Ik kan zelf ook
niet tegen onrechtvaardigheid. Is er geen sprake van gelijke behandeling, dan
kom ik in het geweer. Bijvoorbeeld toen onze zoon door procedurefouten op de
openbare basisschool van onze keuze werd afgewezen. In zo’n geval haal ik alles
uit de kast om de onrechtvaardigheid bloot te leggen. Dan schrijf ik pagina’s
vol met overtuigende argumenten.
Niet dat het veel helpt overigens. De fout kon niet meer
goed gemaakt worden. De excuses die we na twee jaar procederen van het College
van B&W ontvingen waren slechts een schrale troost. Maar het verweer had
wel geholpen bij het kanaliseren van de boosheid.
Voor sommige ouderen is doorgaan met werken een zegen.
In dezelfde tijd als het Teletekstbericht schreef Trouw over
Henk Kluver uit de Achterhoek.
Henk is 93 jaar en al tachtig jaar aan het werk. De laatste
jaren werkt hij weliswaar nog maar halve dagen, maar toch. Elke morgen gaat hij
weer naar zijn fietsenfabriek. Ooit biesde hij fietsen, nu werkt hij in het
magazijn of bij de serviceafdeling.
Dirigenten, schrijvers, professoren: er zijn meer gedreven
vaklieden die doorgaan tot Magere Hein op de deur klopt. Zij zijn voor eeuwig
verbonden met hun werk.
Hoe Henk dit zo lang vol heeft kunnen houden? Humor helpt,
zegt Henk, en een open geest, altijd in zijn voor nieuwigheden. Maar, zegt Kluver,
mensen moeten zich niet aan hem spiegelen. Van een unicum moet je geen regel
maken. Ieder moet voor zich weten, wat hij wil.
Er is één geluk voor de boze 60-plusser. De tijd gaat sneller
als je boven de 60 bent. Voor je het beseft heb je je pensioen bereikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten