INTERMEDIUM FÜNF
Polen gaat een volkstelling houden. Conservatief als de
regering is, moet elke Pool zich in zijn geboortedorp laten registreren. Dus
gaan Agnieszka en Miroslaw uit Arnhem op weg in hun twintig jaar oude VW Golf.
Het is vroeg in de nacht als zij voorbij Wroclaw in een verlaten streek panne
krijgen. Wegenhulp en onderdak zijn ver te zoeken. Agnieszka is hoogzwanger en
voelt de eerste weeën opkomen. Zij lopen naar een afgelegen donker huis. Het
blijkt een stal blijkt te zijn. Toegesnoven door een ezel en een os wordt hier
hun kind geboren.
Dit zou een moderne variant kunnen zijn van het oude
kerstverhaal (de kwestie van de onbevlekte ontvangenis laat ik hier dan maar
buiten beschouwing; die suggereert dat er iets mis is met alle vrouwen die
bevlekt ontvangen zijn). De schrijver van de oude tekst zal geen ogenblik
vermoed hebben, dat zijn verhaal eeuwen later tot het grootste jaarlijkse feest
in de christelijke wereld zou leiden.
Heinrich Schütz (1585 – 1672) was een Duitse componist. Lang
voordat Bach met het Weihnachtsoratorium een wereldhit schreef, zette Schütz
het kerstverhaal op muziek.
Ik kende Schütz eigenlijk nauwelijks en van zijn
Weihnachtshistorie had ik al helemaal niet gehoord, toen ik afgelopen zomer deelnam
aan een zangweek in Tsjechië en daar met drie andere bassen de uitvoering van
het Intermedium 5 uit Schütz’ werk toebedeeld kreeg. In dit deel roepen de
hogepriesters en schriftgeleerden op om naar Bethlehem te komen. Daarmee gaan,
zoals te doen gebruikelijk, de woorden van de profeet in vervulling.
Het heeft iets merkwaardigs om midden in de zomer een stuk
van het kerstverhaal op te voeren. Maar muziekstukken voor vier bassen zijn dungezaaid.
Bovendien houdt mooie muziek zich niet aan een jaargetijde. Dus voerden wij met
verve en toewijding in de kloosterkerk in het Tsjechische Bechyne Intermedium 5 uit: Zu Bethlehem im jüdischen Lande, denn also
steht geschrieben durch den Propheten.
Het zal daarom niet verbazen, dat in alle oproepen voor
kerstconcerten dit jaar de uitvoering van de Weihnachtshistorie van Schütz door
de nederlandse Bachvereniging mij in het bijzonder opviel. Het programma
Muziekwijzer op Radio 4 verlootte enkele kaartjes voor het concert in Naarden
onder degenen, die het juiste antwoord wisten op de vraag hoeveel klokken er in
de grote kerk in Naarden hangen. Omdat iedereen natuurlijk weet, dat er vijf
klokken hangen, was ik aangenaam verrast toen ik het bericht ontving dat ik tot
de uitverkorenen behoorde.
En zo geschiedde het dat G en ik de afgelopen week in onze
oude VW Golf naar de vestingstad Naarden trokken, waar er voor ons twee plekjes
gereserveerd waren onder de preekstoel, in een soortement houten omheining als
voor bijeengedreven schapen. Met het hoofd in de nek bewonderden we de 15e
eeuwse schilderingen op het tongewelf (http://www.grotekerknaarden.nl/new/grotekerkNaarden.html)
en met verbazing keken we naar het gooise publiek. Oudere heren, keurig in het
pak, het sjieke sjaaltje losjes om de nek, wandelden met de borst vooruit om
zich heen kijkend de kerk binnen, tezamen met hun blinkende eega’s, die zojuist
onder de kappersföhn vandaan waren gekropen.
De complete Weihnachtshistorie bleek overigens geen stuk om
over naar huis te schrijven. Minstens de helft van de tijd was de Evangelist
aan het woord. Dat lijkt op het rondspelen van de voetbal achterin voordat een
mooie aanval wordt opgezet. Anders dan in mijn eigen ervaring, kwam het
Intermedium 5 voor de bassen hier naar voren als een donkere, onderaardse
harmonie waarin de vier stemmen moeizaam te onderscheiden waren.
Voor het overige klonken de oude instrumenten en de jonge
stemmen van de nederlandse Bachvereniging prachtig. En toen wij onder een
heldere maan weer naar de auto liepen waren wij geheel voorbereid op het grote
jaarlijkse feest.