zondag 9 februari 2014


WEEKBLAD PANORAMA, 39ste jaargang, no 29


 
Vind ik een schroefje op straat, dan raap ik het op en gooi ik het thuis in de bak met losse schroeven. En als een boterkuipje nagenoeg leeg is, dan schraap ik heel grondig en nauwkeurig de laatste resten van de wanden en de bodem, totdat er niets meer in zit. Dat komt omdat mijn ouders de oorlog meegemaakt hebben.
De Ntr zendt op vrijdagavonden Na de bevrijding uit, een documentaireserie over Nederland in de jaren na de tweede wereldoorlog. Daarin komt naar voren, dat de euforie van de bevrijding weer snel verdwenen is. Delen van het land ligggen in puin, de infrastructuur vertoont grote gebreken. Er moet hard gewerkt worden aan de wederopbouw, terwijl veel bouwmaterialen nog ontbreken. Op de akkers moeten eerst de mijnen geruimd worden.  Leren leven met schaarste is voor de meeste gezinnen de belangrijkste opgave. Aan van alles is gebrek.  Brandstoffen, zeep, voedingsmiddelen zijn op de bon. Na het Zweedse wittebrood, dat smaakte als cake, komt het grijze regeringsbrood. Verschillende initiatieven om de samenleving opnieuw in te richten op basis van harmonie en samenwerking stranden. Na enkele jaren komen de oude verzuiling en de bekende politieke tegenstellingen weer terug. Wat was de vrede mooi toen het nog oorlog was  is de typerende titel van een boek over deze periode.
Door een toeval ben ik in bezit van een origineel exemplaar van de Panorama van 18 juli 1952. Dat is de dag  waarop ik geboren ben. Ik heb deze week het exemplaar uit mijn archief gehaald (ik bewaar niet alleen schroefjes) om eens te kijken of ik iets van de tijdgeest van de jaren na de oorlog kon vinden. Panorama, nu een mannenweekblad vol misdaad, motoren en memmen, was indertijd een keurig gezinsweekblad, dat net als de Avro niet gebonden was aan een religieuze zuil.
Op de voorkant van de uitgave van 18 juli 1952 staat een tekening van Pension Zomerlust, waar de gasten vanachter de ramen vertwijfeld en teleurgesteld naar de stortregen kijken. Blijkbaar was het een slechte zomer, in ieder geval tot aan die dag.
Wat staat er zoal in deze Panorama?
-       Een artikel over Amerikaanse gevangenissen waar gevangen grof geld verdienen aan de handel in goederen
-       Dit was Olympia, over de geschiedenis van de Olympische Spelen
-       Sprinkhanen bedreigen het Midden-Oosten
-       Het ontwerp van een nieuwe brandweerauto in de Verenigde Staten
-       De bezeten athleet “thuis”, over de lenigheidsoefeningen die Emile Zatopek thuis in de vestibule doet
-       De United States verovert de blauwe wimpel, over een wedstrijd tussen passagiersschepen.
De artikelen worden gelardeerd met feuilletons, een strip (Sjors en Sjimmie), een fotoquiz, een pagina humor en een pagina breipatronen. Daarnaast zijn er reclames van Maggi’s tomatensoep (‘Probeer ze eens’), een ontharingsapparaat voor vrouwen (‘Eis, indien U zich zonder moeite vlug en veilig wilt ontharen: “Tak”) en Wrigley’s P.K. Chewing Gum (‘Uw volgende sigaret smaakt beter na de gezonde en verfrissende Wrigley’).
Het blad is informatief en verstrooiend en bevat veel fotomateriaal en teksten uit Amerikaanse bronnen. Het lijkt alsof met de Marshall-hulp ook de informatie en het amusement uit Amerika is meegekomen. Geen woord over politiek, maatschappelijke thema’s, wederopbouw of armoede. Dat past bij de aard van het blad. Tegelijkertijd lijkt het mij ook typerend voor de wederopbouwjaren: niet zeuren, maar spaarzaam leven en jezelf nuttig maken. Dat was de sfeer waarin ik ter wereld kwam. Daarom liep ik met een poetsdoek achter mijn moeder aan, als zij de meubels in de boenwas zette. En hielp ik mee als er van verrotte valappels een voorraad appelmoes geweckt moest worden (‘niet schieten met die ringen!’). Daarom gooi ik  nu het boterbakje, als ik het terdege uitgeschraapt heb, niet weg, maar gebruik het om etensresten in de koelkast te bewaren.
Toen ik geboren werd was de oorlog al weer ver weg. Maar hoe langer de Tweede Wereldoorlog geleden is, hoe dichter 1952 bij 1945 komt te liggen.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten