zaterdag 16 augustus 2014



DE PRUNUS DOMESTICA


‘Tot ziens in de pruimentijd!’
Deze afscheidsgroet heeft volgens het Genootschap Onze Taal twee betekenissen: ‘tot over een poosje’ of, als je niet weet wanneer je de ander weer zult zien, ‘tot ooit’. De herkomst van de uitdrukking is niet bekend. Mogelijk is de zegswijze bedacht door P.C. Hooft, die in de zomer zijn vrienden op het Muiderslot ontving. Je hoort de uitdrukking niet veel meer. Het areaal pruimen in Nederland vertoont al jaren een dalende tendens.
Wij kunnen de groet nog in de letterlijke betekenis gebruiken. Achter in onze tuin staat een prunus domestica. De pruimenboom brengt elk jaar een groot aantal ronde, paarskleurige pruimpjes van een onbekend merk voort.
Ik hou van die pruimenboom.
Het is een hele oude, eerbiedwaardige boom. Misschien is ie wel net zo oud als ons huis (1897) of zelfs ouder. Ons huis is namelijk gebouwd op een plaats die in de negentiende eeuw de groentetuin van Utrecht werd genoemd. Er staan nog meer oude fruitbomen in de buurt. Hoe oud de boom is valt niet te achterhalen. Het Meertens-instituut houdt geen databank van vruchtbomen bij. Maar zo’n oud sieraad haal je niet neer.
De boom staat op de grens met de tuin van de achterburen, een studentenhuis van het Utrechts StudentenCorps. Hij vormt een natuurlijke scheiding en schermt een groot deel van het jaar met zijn lover het zicht op onze tuin en ons huis af (helaas houdt hij het geluid niet tegen).
Daarnaast fungeert de pruimenboom als hèt landingspunt voor langsvliegende vogels. Vooral in de winter zitten er niet alleen mezen en vinken, maar ook sijsjes, spechten, boomkruipers en –klevers, koperwieken en zwartkoppen in de boom. Ze rusten even uit of ze vinden voedsel tussen de rimpels van de oude bast.
De enorme lading vruchten die de boom elk jaar weer oplevert nemen wij op de koop toe.
Natuurlijk, we eten er ook van. Het pruimpje heeft de authentieke, volle smaak van een huisgekweekte, langzaam gerijpte vrucht. Pruimen zijn, zoals mijn vader zou zeggen, goed voor een zeker doel. Daarmee bedoelde hij dat het zijn stoelgang bevorderde. Maar als ergens het gezegde ‘overdaad schaadt’ opgaat, dan geldt dat wel de pruimenconsumptie. Eet je teveel dan moet je die gang vaak maken.
In vroeger jaren klom ik onverdroten de boom in om de rijkdom te oogsten. We spreidden de pruimen op oude kranten in de kelder. We maakten er jam van, saus en pruimentaart.
Mijn moeder gold daarbij als groot voorbeeld. Ik ken niemand die vrijwillig zoveel jam van allerhande vruchten heeft geproduceerd en kostenloos gedistribueerd als mijn moeder. Pruimen had zij echter niet in haar tuin. Had ze die gehad, dan was ze wellicht tot dezelfde conclusie gekomen als wij. Na enkele dagen smullen van de zelf bereide pruimenproducten gaat de geur je opeens lelijk tegenstaan. Dan smaakt alles ontzettend weeïg. Alleen al de aanblik van zo’n paars mormel brengt de maag dan in opstand.
De vrucht is niet altijd te pruimen. Het woord zegt het al. ‘O, pruimen!’ leidt tot opruimen.
Nu rapen we elke dag een emmer vol van wat er op de grond gevallen is. We eten met mate van wat niet bedorven of aangevreten is en geven nog wel eens wat weg. Maar de rest wordt doorgedraaid. Met die Russische boycot is het fruit op de markt immers niets meer waard. Misschien moeten we ons maar gaan toeleggen op het stoken van slivovitsj. Dat zal wel niet onder de boycot vallen.
Tegelijkertijd voeren we onze strijd op tegen de grootste liefhebber van de pruim. Het schepsel dat je niet hoort en nauwelijks ziet. Het beest dat wij elk jaar in de pruimentijd weer in grote aantallen mogen begroeten: de fruitvlieg.
Zo gaat dat jaar in, jaar uit. Daarmee wordt waar wat men in Engeland zegt:
Time flies like an eagle
Fruit flies like a prune.

1 opmerking:

  1. Ik vind pruimen nog steeds heeeeeeerlijk! en het lekkerst zijn die, die een beetje aangevreten zijn door de wespen. Zo lekker zoet!
    Weggeven, niet doordraaien. Er is ook nog een voedselbank. Al geprobeerd? LONNE

    BeantwoordenVerwijderen