zaterdag 11 juli 2015

MAN EN AUTO



Waarmee kan een beetje man in het openbaar pronken? In zijn straat of op een feestje? Dat kan maar één ding zijn. Niet zijn grappige barbequeschort, die Italiaanse designschoenen of die kekke verticuteerhark.  Dat kan alleen maar dat grote, glanzende mobiel zijn dat recht voor zijn deur staat en waar hij met opgeheven borst naar toeloopt. Die auto, waar hij graag zijn geld aan spendeert, die hij regelmatig door de wasstraat haalt, en die onderdeel is van zijn identiteit (‘zeg me waarin hij rijdt en ik vertel je wat voor man het is’). Als het even kan heeft hij naast zijn gezinswagen nog een cabriolet of een oldtimer waarvan hij in zijn kinderjaren al een miniatuurversie van had.
Ik vond als kind een Saab prachtig en bij de Mercedes was ik weg van dat fijnmazige rooster voor de motorkap. Maar ergens in mijn ontwikkeling tot man, heb ik een andere afslag genomen en ben ik niet meegegaan met al die mannen die hun auto liefhebben als hun partner.
Voor mij is een auto nu een gebruiksding. Het interesseert me niet hoe ie eruit ziet en wat er aan accessoires op zit. Ik stel het kopen van een andere auto het liefst zo lang mogelijk uit en dat lukt me aardig. Al dertien jaar lang. Maar nu hebben we onze VW Golf Variant (2002) aan zoonlief overgedaan. Nu kan ik er niet meer onderuit.
Maar geen nood, op de website van de ANWB staat de Autokieshulp, een handige tool die mij in tien stappen door het keuzeproces heen helpt. De eerste vraag is: wil ik een hatchback, een sedan of een ander type? Ik ga weer even achterover zitten: een hatchback, een sedan?? Er staat geen vraagtekentje bij voor meer uitleg. Iedereen weet blijkbaar wat bedoeld wordt. Er wordt gevraagd hoeveel vermogen ik wil. Ik heb géén idee, maar ook dit is blijkbaar gesneden koek voor echte mannen.
Na ampele raadpleging van een aantal websites komen we tot de conclusie dat wij gaan voor een hybride, compacte middenklasser, zoals dat in het jargon heet. Het grote voordeel is dat er maar weinig kleine hybride auto’s gemaakt worden. De keuze is beperkt en daar hou ik wel van. De firma Toyota duikt in deze markt herhaaldelijk op en zo lopen we op een zaterdagmiddag de ruime, lichte hal van een Toyota-dealer binnen. We gaan voor een occasion. Want waarom zoveel meer geld uitgeven voor de nieuwste snufjes als een paar jaar oude auto net zo goed rijdt?
Ik ben op mijn hoede. Ik heb me voorbereid op vlotte verkopers met slimme overtuigingspraatjes. Als je al niet weet wat een hatchback is, dan word je zo onder tafel geluld.
De Toyota-verkoper is inderdaad een vlotte vent. Maar aanprijzen of overtuigen doet hij geen moment. Hij neemt uitgebreid de tijd om uit te zoeken wat we willen. Bij alles wat wij zeggen en vragen geeft hij ons het idee, dat onze wens heel begrijpelijk is. Alsof hij het zelf ook zo wil. Misschien zeggen wij wel domme dingen, maar hij verblikt of verbloost niet. Hij gaat nergens tegenin. De man is goed geschoold.
Na een prettig proefritje in een Toyota Yaris zeggen we dat we er nog even over na willen denken. Dit is de eerste maal, dat de verkoper ons niet alleen maar bevestigt. Op handige wijze weet hij onze instemming te krijgen voor een volgende afspraak. Wij zeggen nog wel, dat we ook bij een andere dealer gaan kijken. Op dat moment verstrakt het ontspannen gezicht van de verkoper. Voor een enkel ogenblik maar. Feitelijk zijn de onderhandelingen al begonnen.
In dit interbellum raadplegen we nog wat deskundigen, zoals mijn favoriete autotijdschrift Top Gear. Hierin lees ik: “Zoals ie nu is, zal de Yaris vooral liefhebbers van droog, no-nonsense autorijden aanspreken”. Kijk, we worden van onverwachte kant bevestigd in onze keus!  Top Gear vervolgt: “Nou ja, hebben zij ook eens iets wat er tof uitziet.” Maar wat Top Gear tof vindt, vindt de no-nonsense automobilist misschien niet altijd tof.  Zo vind ik de achterzijde foeilelijk. Maar ja, dat heb je bij mensen ook wel eens. 
Uiteindelijk kopen we een twee jaar oude Yaris bij de eerste dealer. Als ik de wagen kom halen is ie toegedekt met een groot, felrood fluwelen laken. Ik mag het cadeautje uitpakken. Jammer, dat er geen toeschouwers zijn om te applaudisseren als ik het kunstwerk onthul. Zoveel man ben ik nu ook wel weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten