DE EERSTE ZOEN
De eerste kus is een
sensatie, die men helaas maar eens beleeft.
De plaats van handeling: Utrecht, aan het begin van de Mr.
Tripkade.
De tijd: 1967, tussen Kerst en Oud en Nieuw, rond 12 uur ‘s avonds.
De gebeurtenis vond plaats na een feest van het
Bonifatiuslyceum. Daarmee werd het jaarlijkse tafeltennistoernooi in het
parochiehuis aan de Grave van Solmstraat afgesloten.
De beste vriendin van C had mij een dag daarvoor opgezocht
in de garderobe. In de benauwde ruimte tussen de jassen bracht zij de boodschap over, dat C op het feest graag met
mij wilde dansen. Ik voelde me vereerd.
Ik kende C al van de dansles bij Zeegers in de Breedstraat. Aan
het einde van de vrijdagmiddag zaten de jongens in het pak aan de ene zijde van
de wachtruimte, de meisjes in een mooie jurk aan de andere zijde. Als de
dansleraar in de deuropening verscheen zei hij, de laatste knoop van zijn
colbert dichtmakend: ‘Heren, mag ik u verzoeken…’. Nog voor hij het eerste
woord had uitgesproken stoven wij, jongens, naar de overkant, strijdend om de
hand van de meest populaire meisjes. Mijn oog was altijd gericht op C, maar ik
had een flinke concurrent in een rossige HBS’er. Na een aantal weken besliste C de
strijd in mijn voordeel. Toen mijn concurrent eerder was zei C: ‘Het spijt me,
ik heb al afgesproken met Arnold’. Ik wist van niets, maar sindsdien begon ik
elke vrijdag de dansles met C. Totdat de leraar riep: ’Changez’!
Op het schoolfeest in het parochiehuis hoefden C en ik niet
van partner te wisselen. In een pauze wees C me op ‘een leuk woordje’ op het
flesje Seven-Up, dat voor haar stond: Kiss.
Ik pakte de hint niet op. Zoenen op
schoolfeesten was niet toegestaan. Er waren leraren aanwezig om de regels te
bewaken.
Aan het einde van de avond verlieten we samen het feest. Ik fietste
als vanzelf met haar mee, richting Overvecht. ‘Breng je me tot de Tripkade?’,
vroeg C. ‘Het laatste stuk fiets ik dan zelf’.
Eigenlijk was het niet echt de avond van mijn eerste kus. Op
de lagere school in Vleuten was ik bevriend met I. We waren gearmd de Hamweg
afgelopen. Tussen de weilanden had ik haar een kusje gegeven. Dat deed ik omdat
ik dacht dat het zo hoorde. Mijn vader had ons immers geleerd om te doen wat
hoort. Maar toen hij er achter kwam, dat we gearmd gewandeld hadden, kreeg ik
een stevige uitbrander. ‘Wat zouden de mensen er wel niet van denken!’.
Aan het begin van de Tripkade bleven C en ik staan. Met de
fietsen in de hand praatten we nog wat. Het was stil op straat, de lucht voelde
vochtig koud. Er viel af en toe een stilte waarin de tijd traag voorbijging. Ik
zag het licht van een lantaarnpaal weerspiegeld in het water. We stonden dicht
bij elkaar. Ik vroeg me af hoe dit
samenzijn moest eindigen. Ik durfde C niet lang aan te kijken. Toen er een fietser
langsreed, schuifelden we het voetpad op.
Wat er daarna gebeurde, kwam niet overeen met wat ik wel
eens in de film had gezien: twee gezichten dicht bijeen en twee paar lippen die
elkaar tergend langzaam naderen. Ik kan niet zeggen, dat we elkaar een zoen
gaven. Dat zou geen geen juiste weergave zijn. Het was C die, na een nieuwe
stilte, mij een zoen gaf, vol op de mond. Ik ontving alleen. Zij deed wat ik
nagelaten had.
De eerste kus is als
een sprookje, die ons de allermooiste dromen geeft.
Van veel gebeurtenissen uit het verleden heb ik een vage
herinnering. De eerste zoen staat me echter helder voor de geest. Ik weet dan ook
precies, hoe ik reageerde op die zoen.
Op het moment dat C haar lippen terugtrok, zei ik:
‘Welterusten’.
Ik schaamde me direct. Ik wilde het woord weer intrekken,
maar het was er al uit.
Achteraf bezien, was wat ik zei volkomen begrijpelijk. Het
was een zuivere Pavlov-reactie.
Jarenlang had ik elke avond voor ik naar bed ging mijn
ouders een kus gegeven, direct gevolgd door ‘Welterusten’. Zoenen en
welterusten wensen waren toen onverbrekelijk met elkaar verbonden.
C lachte vriendelijk. Als je elkaar lief vindt, kan je veel
van elkaar hebben.
Het bleef die avond bij die ene zoen en we namen afscheid
van elkaar.
De volgende middag, een zondagmiddag, zat ik in de keuken
naast de gevelkachel achter mijn huiswerk. Ik probeerde Franse woordjes te leren.
Tevergeefs. Ik moest steeds opnieuw beginnen, maar na twee woorden verloor ik weer
mijn concentratie. Ik zag alleen maar de beelden van de Tripkade. Ik wilde
onmiddellijk naar C toe. Ik wilde haar veel kussen geven.
Het is of onverwacht
het volle leven lacht, en dan opeens je hart raakt van de wijs
De eerste kus is een
sensatie, hij maakt de wereld tot een paradijs.
(uit: De eerste kus, Eddy Christiani).
Wat een heerlijk stukje.... echt zitten lachen..... je kunt het je zó voorstellen..... 1967....
BeantwoordenVerwijderenTijden veranderen, dát zeker! Trea