UTRECHTSE LIEDJES
De acteur Rijk de Gooyer (1925 – 2011) was de zoon van een
gereformeerde banketbakker aan de Bemuurde Weerd in Utrecht. Na de oorlog werkte hij korte tijd als
leerling-verslaggever bij de NCRV. Hij werd er ontslagen nadat hij de communist
en homoseksueel Jef Last had geïnterviewd.
Later trad hij in dienst bij de VARA. Een onderdeel van het
radioprogramma Showboat was Eli Assers radiostrip Mimoza (afkorting voor
Ministerie voor Moeilijke Zaken). Rijk de Gooyer speelde daarin het Utrechtse
typetje Bartels (Bààrtels). Hij werd er in korte tijd razend populair mee. Zijn
Goejdààg werd een vaste uitdrukking
in die dagen (en veertig jaar later weer in de tv-reclame voor Reaal
Verzekeringen). Bartels was een vertegenwoordiger in apparaten uit Hààrmele.
Hij ging met weinig succes langs de deuren, zoals bezongen in dit lied:
’t Benne krenge van dinge, ik wou dat ze gingen
Ik jakker door stegen en straotsies
Zo loop ik te leure, langs ramen en deure
M’n koffertsjie vol àppàraotsjies
Ze smàkken me van de tràp
En ik voel me al zo slàp
Maar iedereen verwàch
Dat ik toch nog zeg: Goejdààg
http://youtu.be/ZIU4c3c22Eg
(Let op het drumwerk bij de regel Ze
smakken me van de trap en op het einde van de plaat).
Het werd in 1956 de Gooyer’s eerste single. Op de B-zijde (!)
stond Als ik boven op de Dom kom.
Het muziekblad Tuney Tunes schreef in een recensie:
“De
populaire Bartels-figuur uit het Mimozaprogramma van de Showboat debuteert hier
op de plaat met twee typisch Barteliaanse werkjes. Geestig en vol spirit brengt
hij ze en we geloven wel, dat Bartels (Rijk de Gooyer) en zijn vele
luisteraar-bewonderaars van plaatjes als deze plezier zullen hebben”.
Dat
plezier hebben we zeker gehad. In de tachtiger en negentiger jaren traden
vriend Theo en ik op in buurthuizen, verzorgingshuizen en op feesten en
partijen. Onder de naam W. & D. Moed zongen we nostalgische,
nederlandstalige liedjes; populaire nummers met een lach en een traan. Als duo
uit Utrecht hadden we vanzelfsprekend een aantal Utrechtse liederen op het
repertoire. Zo zongen we Gebroken harten van de Limburgse
Selvera’s in het plat Utrechts. Als we ’t Benne krenge van dinge zongen, haalde
ik een vijftigerjaren Elaul mixer uit een koffertje tevoorschijn.
Het
meeste succes hadden wij met een ander Utrechts lied van Rijk de Gooyer. Het
gaat over iemand die teveel gedronken heeft. Wie kon dat beter zingen dan Rijk?
Ik heb nog
nooit meegemaakt dat iemand dit lied zong. Het staat niet op YouTube en de
titel geeft op Google geen enkele hit. Omdat ik dit graag zo wil houden, volgt hier
alleen het eerste coupletje.
Bij het eerste bàkkie koffie en de kràànt
Nog geen vuiltsjie aan de luch, niks aan de hàànd
Maor toen ik een kwartiertsje zàt
Dàch ik hé-wàt-dàchie-wàt
Ik gao mooi nog effe plàt
Maor het hielp geen spàt.
Wie de rest wil horen, komt op zaterdagavond 15 november
a.s. tijdens het Smartlappenfestival naar café de Potdeksel aan het Lucas
Bolwerk in Utrecht. Daar maak ik na meer dan 16 jaar mijn come-back als zanger
van het populaire lied. Vanaf 20.30 uur zingen vriend Ad en ik samen een half
uurtje vol over de zoektocht naar de liefde en de geneugten van het café. Omdat
we (nog) geen naam hebben, heeft de organisator van het festival ons als de Zonnetjes op de kaart gezet. Er is maar één zon, maar
van zonnetjes kan je er meerdere in huis hebben.
Mocht je willen komen luisteren, kom dan op tijd. Café de
Potdeksel loopt tijdens dit festival al snel
vol.
Ik hoop binnen te komen in de Potdeksel op 15 november. Ik ben dol op (goede) smartlappen! LONNE
BeantwoordenVerwijderen